Lenovo ThinkPad W530 (Dutch) User Guide - Page 162

Netwerkproblemen, Ethernet-problemen

Page 162 highlights

Mogelijk moet u alle toegevoegde geheugenmodules verwijderen om de computer te testen met alleen de in de fabriek geïnstalleerde geheugenmodules en de geheugenmodules vervolgens één voor één opnieuw installeren om te controleren of deze correct zijn aangesloten. Zie "Een geheugenmodule vervangen en installeren" op pagina 83. 2. Controleer of er tijdens het opstarten foutberichten verschijnen. Volg de herstelprocedures voor foutberichten van power-on self-test (POST). Zie "Foutberichten" op pagina 140. 3. Controleer of de nieuwste UEFI-versie voor uw model is geïnstalleerd. 4. Controleer de geheugenconfiguratie en de compatibiliteit, inclusief de maximale geheugengrootte en de geheugensnelheid. Zie "Een geheugenmodule vervangen en installeren" op pagina 83. 5. Voer de diagnoseprogramma'suit. Zie "De oorzaak van een probleem opsporen" op pagina 139. Netwerkproblemen Hieronder ziet u een aantal soorten netwerkproblemen: Ethernet-problemen • Probleem: De computer kan geen verbinding met het netwerk maken. Oplossing: Controleer of: - De kabel is correct geplaatst. De netwerkkabel moet goed zijn aangesloten op zowel de Ethernet-poort van de computer als op de RJ45-aansluiting van de hub. De maximaal toegestane afstand van de computer tot de hub is 100 meter. Probeer een andere kabel als de problemen zich blijven voordoen, ondanks dat de kabel goed is aangesloten en de afstand niet te groot is. - Het juiste stuurprogramma wordt gebruikt. Ga als volgt te werk om het juiste stuurprogramma te installeren: 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Hardware en geluid ➙ Apparaatbeheer. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. 2. Als het uitroepteken ! naast de naam van de adapter onder Netwerkadapters staat, gebruikt u waarschijnlijk een verkeerd stuurprogramma of een stuurprogramma dat mogelijk niet is geactiveerd. Om het stuurprogramma bij te werken, klikt u met de rechtermuisknop op de gemarkeerde adapter. 3. Klik op Stuurprogramma bijwerken en volg de instructies op het scherm. - De switch-poort en de adapter dezelfde duplexinstelling hebben. Als u de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat de switch-poort ook hiervoor is geconfigureerd. Als u de verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het apparaat achteruit gaan, kunnen er gegevens verloren gaan en kunnen er verbindingen verbroken worden. - Alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig is, goed is geïnstalleerd. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde netwerksoftware. • Probleem: De adapter is er zonder aanwijsbare reden mee gestopt. Oplossing: mogelijk zijn de netwerkstuurprogramma's beschadigd of ontbreken deze. Werk het stuurprogramma bij aan de hand van de bovenstaande oplossing voor de procedure om te zorgen dat het juiste stuurprogramma wordt geïnstalleerd. • Probleem: als uw computer een Gigabit Ethernet-model is en u gebruikt een snelheid van 1000 Mbps, werkt de verbinding niet of er treden fouten op in de verbinding.Oplossing: - Gebruik kabels van categorie 5 en controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten. 144 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195

Mogelijk moet u alle toegevoegde geheugenmodules verwijderen om de computer te testen met alleen
de in de fabriek geïnstalleerde geheugenmodules en de geheugenmodules vervolgens één voor één
opnieuw installeren om te controleren of deze correct zijn aangesloten. Zie “Een geheugenmodule
vervangen en installeren” op pagina 83.
2. Controleer of er tijdens het opstarten foutberichten verschijnen.
Volg de herstelprocedures voor foutberichten van power-on self-test (POST). Zie “Foutberichten” op
pagina 140.
3. Controleer of de nieuwste UEFI-versie voor uw model is geïnstalleerd.
4. Controleer de geheugenconfiguratie en de compatibiliteit, inclusief de maximale geheugengrootte en de
geheugensnelheid. Zie “Een geheugenmodule vervangen en installeren” op pagina 83.
5. Voer de diagnoseprogramma'suit. Zie “De oorzaak van een probleem opsporen” op pagina 139.
Netwerkproblemen
Hieronder ziet u een aantal soorten netwerkproblemen:
Ethernet-problemen
Probleem
: De computer kan geen verbinding met het netwerk maken.
Oplossing
: Controleer of:
De kabel is correct geplaatst.
De netwerkkabel moet goed zijn aangesloten op zowel de Ethernet-poort van de computer als op de
RJ45-aansluiting van de hub. De maximaal toegestane afstand van de computer tot de hub is 100
meter. Probeer een andere kabel als de problemen zich blijven voordoen, ondanks dat de kabel
goed is aangesloten en de afstand niet te groot is.
Het juiste stuurprogramma wordt gebruikt. Ga als volgt te werk om het juiste stuurprogramma te
installeren:
1. Klik op
Start
Configuratiescherm
Hardware en geluid
Apparaatbeheer
. Wanneer
er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord
of geeft u die bevestiging.
2. Als het uitroepteken
!
naast de naam van de adapter onder
Netwerkadapters
staat, gebruikt
u waarschijnlijk een verkeerd stuurprogramma of een stuurprogramma dat mogelijk niet is
geactiveerd. Om het stuurprogramma bij te werken, klikt u met de rechtermuisknop op de
gemarkeerde adapter.
3. Klik op
Stuurprogramma bijwerken
en volg de instructies op het scherm.
De switch-poort en de adapter dezelfde duplexinstelling hebben.
Als u de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat de switch-poort ook hiervoor
is geconfigureerd. Als u de verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het apparaat
achteruit gaan, kunnen er gegevens verloren gaan en kunnen er verbindingen verbroken worden.
Alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig is, goed is geïnstalleerd.
Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde netwerksoftware.
Probleem
: De adapter is er zonder aanwijsbare reden mee gestopt.
Oplossing
: mogelijk zijn de netwerkstuurprogramma's beschadigd of ontbreken deze. Werk het
stuurprogramma bij aan de hand van de bovenstaande oplossing voor de procedure om te zorgen dat
het juiste stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
Probleem
: als uw computer een Gigabit Ethernet-model is en u gebruikt een snelheid van 1000 Mbps,
werkt de verbinding niet of er treden fouten op in de verbinding.
Oplossing
:
Gebruik kabels van categorie 5 en controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten.
144
Handboek voor de gebruiker