Lenovo ThinkPad W530 (Dutch) User Guide - Page 50

Start het programma Power Manager.

Page 50 highlights

Om de computer in de sluimerstand te plaatsen drukt u op Fn+F4. Druk op de Fn-toets om de sluimerstand te verlaten. Afhankelijk van het model van uw computer biedt uw computer mogelijk ondersteuning voor de functie 30 dagen stand-by. Wanneer deze functie is ingeschakeld, verbruikt de computer zelfs minder energie in de slaapmodus. Het duurt dan ook slechts seconden om terug te gaan naar de normale werking, wanneer u op de aan/uit-knop drukt. Voor meer informatie over de functie 30 dagen stand-by raadpleegt u het Help-informatiesysteem van het programma Power Manager. U kunt de toetsencombinatie gebruiken om de computer in de sluimerstand of de stand 'nietsdoen' te zetten door de instellingen in het programma Power Manager te wijzigen. • Sluimerstand Met behulp van deze werkstand kunt u de computer volledig uitschakelen zonder dat u bestanden hoeft op te slaan of toepassingen hoeft af te sluiten die worden uitgevoerd. Wanneer de computer naar de sluimerstand gaat, worden alle toepassingen, mappen en bestanden opgeslagen op het vaste-schijfstation. Daarna schakelt de computer uit. Gebruik het programma Power Manager om de wijze te configureren waarop u wilt dat uw computer naar de sluimerstand gaat. Voor meer informatie over dit programma kunt u help-informatie van het programma Power Manager raadplegen. • Draadloos uit Wanneer u geen gebruik maakt van de functies voor draadloze communicatie, zoals Bluetooth of draadloos LAN, kunt u de desbetreffende apparatuur uitzetten. Hiermee spaart u energie. Met Fn+F5 of met de schakelaar voor de draadloze radio kunt u de functies voor draadloze communicatie uitschakelen. De ontwaakfunctie inschakelen Als u de computer in de slaapstand plaatst en de ontwaakfunctie is uitgeschakeld (dit is de standaardinstelling), verbruikt de computer geen stroom. Is de ontwaakfunctie wel ingeschakeld, dan gebruikt de computer heel weinig energie. Om de functie Ontwaken in te schakelen, doet u het volgende: 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Systeem en beveiliging ➙ Beheertools. 2. Dubbelklik op Taakplanner. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. 3. Selecteer in het linkerdeelvenster de taakmap waarvoor u de ontwaakfunctie wilt inschakelen. De geplande taken worden afgebeeld. 4. Klik op een geplande taak en klik op de tab Voorwaarden. 5. Selecteer onder Energiebeheer het vakje De computer uit de slaapstand halen om deze taak uit te voeren. Het batterijalarm inschakelen U kunt de computer zodanig programmeren dat, wanneer de hoeveelheid resterende energie in de batterij onder een bepaald niveau komt, er drie dingen gebeuren: • Er weerklinkt een waarschuwingssignaal. • Er verschijnt een waarschuwingsmelding. • De LCD wordt uitgeschakeld. U schakelt het batterijalarm als volgt in: 1. Start het programma Power Manager. 2. Klik op de tab Algemene energie-instellingen. 3. Stel, voor een bijna lege en een lege batterij, het energiepercentage en de actie in. 32 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195

Om de computer in de sluimerstand te plaatsen drukt u op Fn+F4. Druk op de Fn-toets om de
sluimerstand te verlaten.
Afhankelijk van het model van uw computer biedt uw computer mogelijk ondersteuning voor de functie 30
dagen stand-by. Wanneer deze functie is ingeschakeld, verbruikt de computer zelfs minder energie in de
slaapmodus. Het duurt dan ook slechts seconden om terug te gaan naar de normale werking, wanneer
u op de aan/uit-knop drukt. Voor meer informatie over de functie 30 dagen stand-by raadpleegt u het
Help-informatiesysteem van het programma Power Manager.
U kunt de toetsencombinatie gebruiken om de computer in de sluimerstand of de stand 'nietsdoen' te
zetten door de instellingen in het programma Power Manager te wijzigen.
Sluimerstand
Met behulp van deze werkstand kunt u de computer volledig uitschakelen zonder dat u bestanden
hoeft op te slaan of toepassingen hoeft af te sluiten die worden uitgevoerd. Wanneer de computer
naar de sluimerstand gaat, worden alle toepassingen, mappen en bestanden opgeslagen op het
vaste-schijfstation. Daarna schakelt de computer uit.
Gebruik het programma Power Manager om de wijze te configureren waarop u wilt dat uw computer
naar de sluimerstand gaat. Voor meer informatie over dit programma kunt u help-informatie van het
programma Power Manager raadplegen.
Draadloos uit
Wanneer u geen gebruik maakt van de functies voor draadloze communicatie, zoals Bluetooth of
draadloos LAN, kunt u de desbetreffende apparatuur uitzetten. Hiermee spaart u energie. Met Fn+F5 of
met de schakelaar voor de draadloze radio kunt u de functies voor draadloze communicatie uitschakelen.
De ontwaakfunctie inschakelen
Als u de computer in de slaapstand plaatst en de ontwaakfunctie is uitgeschakeld (dit is de
standaardinstelling), verbruikt de computer geen stroom. Is de ontwaakfunctie wel ingeschakeld, dan
gebruikt de computer heel weinig energie. Om de functie Ontwaken in te schakelen, doet u het volgende:
1. Klik op
Start
Configuratiescherm
Systeem en beveiliging
Beheertools
.
2. Dubbelklik op
Taakplanner
. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een
bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging.
3. Selecteer in het linkerdeelvenster de taakmap waarvoor u de ontwaakfunctie wilt inschakelen. De
geplande taken worden afgebeeld.
4. Klik op een geplande taak en klik op de tab
Voorwaarden
.
5. Selecteer onder
Energiebeheer
het vakje
De computer uit de slaapstand halen om deze taak uit
te voeren
.
Het batterijalarm inschakelen
U kunt de computer zodanig programmeren dat, wanneer de hoeveelheid resterende energie in de batterij
onder een bepaald niveau komt, er drie dingen gebeuren:
Er weerklinkt een waarschuwingssignaal.
Er verschijnt een waarschuwingsmelding.
De LCD wordt uitgeschakeld.
U schakelt het batterijalarm als volgt in:
1. Start het programma Power Manager.
2. Klik op de tab
Algemene energie-instellingen
.
3. Stel, voor een bijna lege en een lege batterij, het energiepercentage en de actie in.
32
Handboek voor de gebruiker