Lenovo ThinkPad W530 (Dutch) User Guide - Page 166

Problemen met een extern beeldscherm, Apparaatstatus, Problemen oplossen, Probleem, Oplossing

Page 166 highlights

Apparaatstatus in en controleer of het apparaat correct werkt. Als dit niet het geval is, klikt u op de knop Problemen oplossen en volgt u de instructies op het scherm. • Probleem: er worden onjuiste tekens op het scherm weergegeven. Oplossing: Hebt u het besturingssysteem of softwareprogramma correct geïnstalleerd? Als het besturingssysteem en de softwareprogramma's correct zijn geïnstalleerd en geconfigureerd, moet u de computer laten nakijken. • Probleem: Het beeldscherm blijft aan staan, zelfs nadat de computer is uitgeschakeld. Oplossing: houd de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt om de computer uit te schakelen. Schakel deze vervolgens weer in. • Probleem: Iedere keer dat u de computer aanzet, bevat het scherm puntjes die ontbreken, oplichten of de verkeerde kleur hebben. Oplossing: Dit is een intrinsieke eigenschap van de TFT-technologie. Het beeldscherm van uw computer bevat een zeer groot aantal thin-film transistors (TFT's). Een klein aantal daarvan ontbreekt, heeft de verkeerde kleur of licht op. Problemen met een extern beeldscherm • Probleem: Er verschijnt niets op het externe beeldscherm. Oplossing: Om het beeld op het scherm te krijgen, drukt u op Fn+F7 en selecteert u het gewenste beeldscherm. Als het probleem blijft bestaan, doet u het volgende: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op een andere computer om te controleren of het werkt. 2. Sluit het externe beeldscherm weer aan op uw computer. 3. Raadpleeg de handleiding van het externe beeldscherm om te controleren welke resoluties en verversingsfrequenties worden ondersteund. - Als het externe beeldscherm dezelfde resolutie ondersteunt als het beeldscherm of als het externe beeldscherm een hogere resolutie ondersteunt, bekijkt u de uitvoer op het externe beeldscherm of op het externe beeldscherm en het beeldscherm. - Als het externe beeldscherm een lagere resolutie ondersteunt dan het beeldscherm, bekijkt u de uitvoer alleen op het externe beeldscherm. (Als u de uitvoer op zowel het beeldscherm als op het externe beeldscherm bekijkt, is het externe beeldscherm leeg of vervormd.) • Probleem: U kunt voor het externe beeldscherm geen hogere resolutie instellen dan de resolutie die u nu gebruikt. Oplossing: controleer of de informatie over o.a. het type beeldscherm juist is. Update het stuurprogramma van het beeldscherm bij, indien nodig. Zie "Het type extern beeldscherm instellen" op pagina 39. • Probleem: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd. Oplossing: Controleer of: - De beeldscherminformatie is juist en het juiste beeldschermtype is geselecteerd. Raadpleeg de oplossing voor het bovenstaande probleem. - Controleer of de juiste verversingsfrequentie is ingesteld. Dit doet u als volgt: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan. 3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie. Opmerking: Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klikt u op de knop Detecteren. 4. Klik op het pictogram voor het gewenste beeldscherm (Monitor-2 is voor het externe beeldscherm). 148 Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195

Apparaatstatus
in en controleer of het apparaat correct werkt. Als dit niet het geval is, klikt u op de
knop
Problemen oplossen
en volgt u de instructies op het scherm.
Probleem
: er worden onjuiste tekens op het scherm weergegeven.
Oplossing
: Hebt u het besturingssysteem of softwareprogramma correct geïnstalleerd? Als het
besturingssysteem en de softwareprogramma's correct zijn geïnstalleerd en geconfigureerd, moet u
de computer laten nakijken.
Probleem
: Het beeldscherm blijft aan staan, zelfs nadat de computer is uitgeschakeld.
Oplossing
: houd de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Schakel deze vervolgens weer in.
Probleem
: Iedere keer dat u de computer aanzet, bevat het scherm puntjes die ontbreken, oplichten of
de verkeerde kleur hebben.
Oplossing
: Dit is een intrinsieke eigenschap van de TFT-technologie. Het beeldscherm van uw computer
bevat een zeer groot aantal thin-film transistors (TFT's). Een klein aantal daarvan ontbreekt, heeft
de verkeerde kleur of licht op.
Problemen met een extern beeldscherm
Probleem
: Er verschijnt niets op het externe beeldscherm.
Oplossing
: Om het beeld op het scherm te krijgen, drukt u op Fn+F7 en selecteert u het gewenste
beeldscherm. Als het probleem blijft bestaan, doet u het volgende:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op een andere computer om te controleren of het werkt.
2. Sluit het externe beeldscherm weer aan op uw computer.
3. Raadpleeg de handleiding van het externe beeldscherm om te controleren welke resoluties en
verversingsfrequenties worden ondersteund.
Als het externe beeldscherm dezelfde resolutie ondersteunt als het beeldscherm of als het externe
beeldscherm een hogere resolutie ondersteunt, bekijkt u de uitvoer op het externe beeldscherm of
op het externe beeldscherm en het beeldscherm.
Als het externe beeldscherm een lagere resolutie ondersteunt dan het beeldscherm, bekijkt u de
uitvoer alleen op het externe beeldscherm. (Als u de uitvoer op zowel het beeldscherm als op het
externe beeldscherm bekijkt, is het externe beeldscherm leeg of vervormd.)
Probleem
: U kunt voor het externe beeldscherm geen hogere resolutie instellen dan de resolutie die u
nu gebruikt.
Oplossing
: controleer of de informatie over o.a. het type beeldscherm juist is. Update het
stuurprogramma van het beeldscherm bij, indien nodig. Zie “Het type extern beeldscherm instellen” op
pagina 39.
Probleem
: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd.
Oplossing
: Controleer of:
De beeldscherminformatie is juist en het juiste beeldschermtype is geselecteerd. Raadpleeg de
oplossing voor het bovenstaande probleem.
Controleer of de juiste verversingsfrequentie is ingesteld. Dit doet u als volgt:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan
op een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan.
3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op
Schermresolutie
.
Opmerking:
Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klikt u op de knop
Detecteren
.
4. Klik op het pictogram voor het gewenste beeldscherm (
Monitor-2
is voor het externe beeldscherm).
148
Handboek voor de gebruiker