Lenovo ThinkPad W530 (Dutch) User Guide - Page 21

Knoppen voor het geluidsvolume, Zwarte knop

Page 21 highlights

7 PCI Express Mini-kaartsleuf voor een draadloos-LAN-kaart In het compartiment voor een PCI Express Mini-kaart voor draadloos WAN is wellicht al een PCI Express Mini-kaart voor draadloze verbindingen via een Local Area Network (LAN) geïnstalleerd. 8 Vingerafdruklezer (op bepaalde modellen) Sommige modellen zijn uitgerust met een vingerafdruklezer. De technologie voor het controleren van vingerafdrukken maakt het mogelijk om bij het starten van de computer en bij het openen van het programma ThinkPad Setup of bij het starten van het besturingssysteem Windows uw vingerafdruk te gebruiken. Zie "De vingerafdruklezer gebruiken" op pagina 59 voor meer informatie. 9 Kleurensensor Bepaalde modellen zijn uitgerust met een kleurensensor. Met de kleurensensor kunt u de kleuren van uw beeldschermem meten en zodanig aanpassen dat de kleuren zo natuurgetrouw mogelijk worden weergegeven. Meer informatie vindt u in "De kleurensensor gebruiken" op pagina 43. 10 Bluetooth-kaart Als uw computer wordt geleverd met een Bluetooth-kaart, maak dan gebruik van de functie Bluetooth om hulpapparatuur op uw computer aan te sluiten voor gegevenstransmissie of een andere bewerking. Meer informatie vindt u in "Bluetooth gebruiken" op pagina 36. 14 Fn-toets Met de Fn-toets kunt u allerlei ThinkPad®-functietoetsen activeren, zoals het inschakelen van het ThinkLight-licht, het vergrendelen van de computer, de draadloze verbindingen beheren, enzovoort. Meer informatie vindt u in "Functietoetsencombinaties" op pagina 23. 15 Geheugencompartiment U kunt het geheugen van de computer uitbreiden door een geheugenmodule te plaatsen in de geheugenaansluiting. Geheugenmodules zijn als losse opties verkrijgbaar bij Lenovo. Meer informatie vindt u in "Een geheugenmodule vervangen en installeren" op pagina 83. 16 Knoppen voor het geluidsvolume Met de ingebouwde volumeknoppen kunt u snel het geluidsvolume aanpassen, de luidsprekers uitschakelen of de microfoons van de computer uitschakelen. Meer informatie vindt u in "Knoppen voor het geluidsvolume" op pagina 25. 17 Zwarte knop Wanneer uw besturingssysteem normaal functioneert, drukt u op de zwarte knop om het programma SimpleTap te openen in het besturingssysteem Windows® 7. U kunt deze knop ook gebruiken om de normale opstartvolgorde van de computer te onderbreken en om het werkgebied van Rescue and Recovery® op te starten. Ga als volgt te werk om het werkgebied van Rescue and Recovery te openen: zet uw computer aan en druk op deze knop, wanneer het ThinkPad-logo op het scherm wordt weergegeven. Meer informatie over Rescue and Recovery vindt u in "Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery" op pagina 67. 18 Statuslampjes Uw computer is uitgerust met verschillende statuslampjes. Zie voor gedetailleerde informatie over de locatie en betekenis van elk van deze lampjes "Statuslampjes" op pagina 8. Hoofdstuk 1. Productoverzicht 3

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195

7
PCI Express Mini-kaartsleuf voor een draadloos-LAN-kaart
In het compartiment voor een PCI Express Mini-kaart voor draadloos WAN is wellicht al een PCI Express
Mini-kaart voor draadloze verbindingen via een Local Area Network (LAN) geïnstalleerd.
8
Vingerafdruklezer (op bepaalde modellen)
Sommige modellen zijn uitgerust met een vingerafdruklezer. De technologie voor het controleren van
vingerafdrukken maakt het mogelijk om bij het starten van de computer en bij het openen van het programma
ThinkPad Setup of bij het starten van het besturingssysteem Windows uw vingerafdruk te gebruiken. Zie
“De vingerafdruklezer gebruiken” op pagina 59 voor meer informatie.
9
Kleurensensor
Bepaalde modellen zijn uitgerust met een kleurensensor. Met de kleurensensor kunt u de kleuren van
uw beeldschermem meten en zodanig aanpassen dat de kleuren zo natuurgetrouw mogelijk worden
weergegeven. Meer informatie vindt u in “De kleurensensor gebruiken” op pagina 43.
10
Bluetooth-kaart
Als uw computer wordt geleverd met een Bluetooth-kaart, maak dan gebruik van de functie Bluetooth om
hulpapparatuur op uw computer aan te sluiten voor gegevenstransmissie of een andere bewerking. Meer
informatie vindt u in “Bluetooth gebruiken” op pagina 36.
14
Fn-toets
Met de Fn-toets kunt u allerlei ThinkPad
®
-functietoetsen activeren, zoals het inschakelen van het
ThinkLight-licht, het vergrendelen van de computer, de draadloze verbindingen beheren, enzovoort. Meer
informatie vindt u in “Functietoetsencombinaties” op pagina 23.
15
Geheugencompartiment
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden door een geheugenmodule te plaatsen in de
geheugenaansluiting. Geheugenmodules zijn als losse opties verkrijgbaar bij Lenovo. Meer informatie vindt
u in “Een geheugenmodule vervangen en installeren” op pagina 83.
16
Knoppen voor het geluidsvolume
Met de ingebouwde volumeknoppen kunt u snel het geluidsvolume aanpassen, de luidsprekers
uitschakelen of de microfoons van de computer uitschakelen. Meer informatie vindt u in “Knoppen voor het
geluidsvolume” op pagina 25.
17
Zwarte knop
Wanneer uw besturingssysteem normaal functioneert, drukt u op de zwarte knop om het programma
SimpleTap te openen in het besturingssysteem Windows
®
7.
U kunt deze knop ook gebruiken om de normale opstartvolgorde van de computer te onderbreken en om het
werkgebied van Rescue and Recovery
®
op te starten. Ga als volgt te werk om het werkgebied van Rescue
and Recovery te openen: zet uw computer aan en druk op deze knop, wanneer het ThinkPad-logo op
het scherm wordt weergegeven. Meer informatie over Rescue and Recovery vindt u in “Werken met het
werkgebied van Rescue and Recovery” op pagina 67.
18
Statuslampjes
Uw computer is uitgerust met verschillende statuslampjes. Zie voor gedetailleerde informatie over de locatie
en betekenis van elk van deze lampjes “Statuslampjes” op pagina 8.
Hoofdstuk 1
.
Productoverzicht
3