Lenovo PC 300PL User Guide (including system setup and option installation) - Page 121

Hebt u recentelijk een apparaat toegevoegd, verwijderd of gewijzigd?, Doorgaan,

Page 121 highlights

011 (vervolg) - Voer de handeling uit die in de tabel "POST-fouten" op pagina 106 bij het foutbericht staat. 012 Hebt u recentelijk een apparaat toegevoegd, verwijderd of gewijzigd? Ja Nee 013 Laat de computer nazien. 014 - Kies in het foutberichtenscherm van de zelftest Doorgaan als u het Configuratieprogramma wilt oproepen. Kies Configuratieprogramma afsluiten als u het Configuratieprogramma wilt verlaten. Om een optie te kiezen, drukt u op de cursortoets Pijl omhoog (↑) of Pijl omlaag (↓) om de optie te markeren en drukt u vervolgens op Enter. Als u Doorgaan hebt gekozen, verschijnt het programmamenu van het Configuratieprogramma op het scherm. U ziet een pijltje naar rechts naast de menu-opties die zijn gewijzigd sinds de laatste keer dat u de computer hebt ingeschakeld. Als er een menu-optie is gemarkeerd terwijl u weet dat u de optie niet hebt gewijzigd, is er waarschijnlijk een probleem met die optie. Lees hier verder als u een wijziging hebt aangebracht. Als u geen wijziging hebt aangebracht, moet u de computer laten nazien. Als u het Configuratieprogramma wilt gebruiken, doet u het volgende: 1. Kies met de verticale cursortoetsen de menu-optie die is gemarkeerd (of die u wilt bekijken) en druk op Enter. 2. Er verschijnt nu een menu dat hoort bij de optie die u hebt gekozen. Met de horizontale cursortoetsen kunt u een waarde kiezen. (Bij elk menu hoort een Help-scherm. Kies de menu-optie en druk op F1 als u het Help-scherm van die optie wilt bekijken.) 3. Als u klaar bent met het bekijken en wijzigen van de instellingen drukt u op Esc om terug te keren naar het hoofdmenu van het Configuratieprogramma. 4. Kies Instellingen opslaan voordat u het programma afsluit. Als u het Configuratieprogramma afsluit, wordt het besturingssysteem automatisch opgestart (tenzij er sprake is van een niet-opgelost probleem met een voor het opstarten benodigd apparaat). Hoofdstuk 6. Probleemoplossing 105

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184

011
(vervolg)
Voer de handeling uit die in de tabel
POST-fouten
op pagina
106
bij het foutbericht staat.
012
Hebt u recentelijk een apparaat toegevoegd, verwijderd of gewijzigd?
Ja
Nee
013
Laat de computer nazien.
014
Kies in het foutberichtenscherm van de zelftest
Doorgaan
als u het
Configuratieprogramma wilt oproepen. Kies
Configuratieprogramma
afsluiten
als u het Configuratieprogramma wilt verlaten.
Om een optie te kiezen, drukt u op de cursortoets Pijl omhoog (
) of Pijl
omlaag (
) om de optie te markeren en drukt u vervolgens op Enter. Als
u
Doorgaan
hebt gekozen, verschijnt het programmamenu van het
Configuratieprogramma op het scherm. U ziet een pijltje naar rechts naast
de menu-opties die zijn gewijzigd sinds de laatste keer dat u de computer
hebt ingeschakeld. Als er een menu-optie is gemarkeerd terwijl u weet
dat u de optie niet hebt gewijzigd, is er waarschijnlijk een probleem met
die optie. Lees hier verder als u een wijziging hebt aangebracht. Als u
geen wijziging hebt aangebracht, moet u de computer laten nazien.
Als u het Configuratieprogramma wilt gebruiken, doet u het volgende:
1.
Kies met de verticale cursortoetsen de menu-optie die is gemarkeerd
(of die u wilt bekijken) en druk op
Enter
.
2.
Er verschijnt nu een menu dat hoort bij de optie die u hebt gekozen.
Met de horizontale cursortoetsen kunt u een waarde kiezen. (Bij elk
menu hoort een Help-scherm. Kies de menu-optie en druk op F1 als
u het Help-scherm van die optie wilt bekijken.)
3.
Als u klaar bent met het bekijken en wijzigen van de instellingen
drukt u op Esc om terug te keren naar het hoofdmenu van het
Configuratieprogramma.
4.
Kies
Instellingen opslaan
voordat u het programma afsluit. Als u het
Configuratieprogramma afsluit, wordt het besturingssysteem
automatisch opgestart (tenzij er sprake is van een niet-opgelost
probleem met een voor het opstarten benodigd apparaat).
Hoofdstuk 6.
Probleemoplossing
105