Lenovo PC 300PL User Guide (including system setup and option installation) - Page 68

Serienummer van de Pentium III-processor inschakelen

Page 68 highlights

netwerkomgeving kan dit betekenen dat sommige functies niet op uw computer kunnen worden uitgevoerd. Beheer op afstand wordt vergrendeld en kan pas weer worden geopend als Extra beveiliging wordt uitgeschakeld en de computer opnieuw wordt opgestart. Dit betekent dat systeemprogramma's op uw computer niet op afstand kunnen worden bijgewerkt. De configuratie-instellingen in het Configuratieprogramma zijn beschermd en kunnen pas worden aangepast nadat u het configuratiewachtwoord hebt getypt. Eventuele wijzigingen in de hardwareconfiguratie die door de systeemprogramma's in de computer worden ontdekt, zullen worden gemeld als configuratiefouten totdat het configuratiewachtwoord wordt getypt. U kunt Extra beveiliging als volgt in- of uitschakelen: 1. Plaats een updatediskette voor het Configuratieprogramma in het diskettestation (station A) van de computer. Updates van systeemprogramma's zijn beschikbaar op Internet op http://www.ibm.com/pc/support/us/. 2. Zet de computer aan. Als de computer al aan staat, moet u deze eerst uitschakelen en vervolgens opnieuw aanzetten. 3. De update begint, uw computer stopt, en u wordt gevraagd om uw configuratiewachtwoord (als u dat tenminste hebt ingesteld). De computer wacht totdat u het configuratiewachtwoord hebt opgegeven. 4. Als u het configuratiewachtwoord hebt opgegeven of als er geen configuratiewachtwoord is ingesteld, wordt de updatediskette gelezen en kunt u kiezen of u de extra beveiliging wilt in- of uitschakelen. Uw keuze wordt automatisch opgeslagen in het menu Systeembeveiliging van het Configuratieprogramma. Serienummer van de Pentium III-processor inschakelen Sommige modellen worden geleverd met een Pentium III-microprocessor die is voorzien van een processorserienummer. Dit processorserienummer is een elektronisch nummer dat voor elke Pentium III-microprocessor anders is. Deze voorziening is vooral bedoeld om de veiligheid van Internet-transacties te vergroten. Op modellen die zijn voorzien van een Pentium III-microprocessor is deze voorziening standaard uitgeschakeld. U kunt deze voorziening als volgt inschakelen: 1. Start het Configuratieprogramma. 2. Selecteer Uitgebreide installatie en druk op Enter. 3. Selecteer Processorbesturing en druk op Enter. 52 PC 300PL en PC 300GL Handboek voor de gebruiker

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184

netwerkomgeving kan dit betekenen dat sommige functies niet op uw
computer kunnen worden uitgevoerd.
±
Beheer op afstand wordt vergrendeld en kan pas weer worden geopend
als Extra beveiliging wordt uitgeschakeld en de computer opnieuw
wordt opgestart. Dit betekent dat systeemprogramma's op uw
computer niet op afstand kunnen worden bijgewerkt.
±
De configuratie-instellingen in het Configuratieprogramma zijn
beschermd en kunnen pas worden aangepast nadat u het
configuratiewachtwoord hebt getypt. Eventuele wijzigingen in de
hardwareconfiguratie die door de systeemprogramma's in de computer
worden ontdekt, zullen worden gemeld als configuratiefouten totdat
het configuratiewachtwoord wordt getypt.
U kunt Extra beveiliging als volgt in- of uitschakelen:
1.
Plaats een updatediskette voor het Configuratieprogramma in het
diskettestation (station A) van de computer. Updates van
systeemprogramma's zijn beschikbaar op Internet op
2.
Zet de computer aan. Als de computer al aan staat, moet u deze eerst
uitschakelen en vervolgens opnieuw aanzetten.
3.
De update begint, uw computer stopt, en u wordt gevraagd om uw
configuratiewachtwoord (als u dat tenminste hebt ingesteld). De
computer wacht totdat u het configuratiewachtwoord hebt opgegeven.
4.
Als u het configuratiewachtwoord hebt opgegeven of als er geen
configuratiewachtwoord is ingesteld, wordt de updatediskette gelezen
en kunt u kiezen of u de extra beveiliging wilt in- of uitschakelen. Uw
keuze wordt automatisch opgeslagen in het menu Systeembeveiliging
van het Configuratieprogramma.
Serienummer van de Pentium III-processor inschakelen
Sommige modellen worden geleverd met een Pentium III-microprocessor
die is voorzien van een processorserienummer. Dit processorserienummer is
een elektronisch nummer dat voor elke Pentium III-microprocessor anders
is. Deze voorziening is vooral bedoeld om de veiligheid van
Internet-transacties te vergroten.
Op modellen die zijn voorzien van een Pentium
III-microprocessor is deze voorziening standaard uitgeschakeld.
U kunt deze voorziening als volgt inschakelen:
1.
Start het Configuratieprogramma.
2.
Selecteer
Uitgebreide installatie
en druk op Enter.
3.
Selecteer
Processorbesturing
en druk op Enter.
52
PC 300PL en PC 300GL Handboek voor de gebruiker