Lenovo PC 300PL User Guide (including system setup and option installation) - Page 69

Overige instellingen in het Configuratieprogramma, De toetsenbordsnelheid wijzigen, De

Page 69 highlights

4. Wijzig de waarde van Toegang tot serienummer processor van Uitgeschakeld in Ingeschakeld en druk op Enter. 5. Sla de instellingen op, verlaat het programma en start de computer opnieuw op met de aan/uitschakelaar om de nieuwe instelling te activeren. Overige instellingen in het Configuratieprogramma In dit gedeelte leest u hoe u de overige instellingen in het Configuratieprogramma kunt instellen, zoals de snelheid van het toetsenbord, de opstartvolgorde, beheer op afstand en energiebeheer. De toetsenbordsnelheid wijzigen U kunt de snelheid wijzigen waarmee een teken wordt herhaald wanneer u een toets ingedrukt houdt. Deze instelling vindt u in Opstartopties in het Configuratieprogramma. De standaard repeteersnelheid is 30 tekens per seconde (snel). De opstartvolgorde instellen Uw computer kan vanaf verschillende apparaten worden opgestart, bijvoorbeeld vanaf het vaste-schijfstation, een diskettestation, een CD-ROM-station of via het netwerk. Het opstartprogramma zoekt deze apparaten in een bepaalde volgorde. Deze opstartvolgorde kunt u vastleggen met het Configuratieprogramma. U kunt de opstartvolgorde als volgt instellen: 1. Start het Configuratieprogramma (zie "Het Configuratieprogramma starten en gebruiken" op pagina 41). 2. Selecteer Opstartopties en druk op Enter. 3. Selecteer Opstartvolgorde in het menu Opstartopties en druk op Enter 4. Selecteer bij de Primaire opstartvolgorde Eerste opstartapparaat en druk op Enter. 5. Maak uw selectie met de cursortoetsen en druk op Enter 6. Herhaal deze procedure indien nodig voor het tweede, derde en vierde opstartapparaat. 7. Als Opstartvolgorde bij automatisch inschakelen is Ingeschakeld, kies dan de volgorde en de apparaten uit de aangeboden keuzemogelijkheden. Hoofdstuk 4. Configuratieprogramma 53

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184

4.
Wijzig de waarde van
Toegang tot serienummer processor
van
Uitgeschakeld
in
Ingeschakeld
en druk op Enter.
5.
Sla de instellingen op, verlaat het programma en start de computer
opnieuw op met de aan/uitschakelaar om de nieuwe instelling te
activeren.
Overige instellingen in het Configuratieprogramma
In dit gedeelte leest u hoe u de overige instellingen in het
Configuratieprogramma kunt instellen, zoals de snelheid van het
toetsenbord, de opstartvolgorde, beheer op afstand en energiebeheer.
De toetsenbordsnelheid wijzigen
U kunt de snelheid wijzigen waarmee een teken wordt herhaald wanneer u
een toets ingedrukt houdt. Deze instelling vindt u in
Opstartopties
in het
Configuratieprogramma. De standaard
repeteersnelheid
is 30 tekens per
seconde (snel).
De opstartvolgorde instellen
Uw computer kan vanaf verschillende apparaten worden opgestart,
bijvoorbeeld vanaf het vaste-schijfstation, een diskettestation, een
CD-ROM-station of via het netwerk. Het opstartprogramma zoekt deze
apparaten in een bepaalde volgorde. Deze opstartvolgorde kunt u
vastleggen met het Configuratieprogramma.
U kunt de opstartvolgorde als volgt instellen:
1.
Start het Configuratieprogramma (zie
Het Configuratieprogramma
starten en gebruiken
op pagina
41).
2.
Selecteer
Opstartopties
en druk op Enter.
3.
Selecteer
Opstartvolgorde
in het menu Opstartopties en druk op Enter
4.
Selecteer bij de Primaire opstartvolgorde
Eerste opstartapparaat
en
druk op Enter.
5.
Maak uw selectie met de cursortoetsen en druk op Enter
6.
Herhaal deze procedure indien nodig voor het tweede, derde en vierde
opstartapparaat.
7.
Als
Opstartvolgorde bij automatisch inschakelen
is
Ingeschakeld
, kies
dan de volgorde en de apparaten uit de aangeboden
keuzemogelijkheden.
Hoofdstuk 4.
Configuratieprogramma
53