Lenovo PC 300PL User Guide (including system setup and option installation) - Page 57

Hoofdstuk 4., Het Configuratieprogramma, gebruiken

Page 57 highlights

Hoofdstuk 4. Het Configuratieprogramma gebruiken Het Configuratieprogramma is opgeslagen in het EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read-Only Memory) van uw computer. U kunt het Configuratieprogramma gebruiken om de configuratie van de computer te bekijken en te wijzigen, ongeacht het besturingssysteem dat u gebruikt. De instellingen die u kiest in uw besturingssysteem kunnen echter voorrang krijgen boven eventuele vergelijkbare instellingen in het Configuratieprogramma. Het Configuratieprogramma starten en gebruiken Het Configuratieprogramma wordt automatisch gestart als er tijdens de zelftest een wijziging in de hardwareconfiguratie wordt geconstateerd. Er wordt een POST-foutbericht afgebeeld dat begint met het getal 162. Zie "Zelftest bij opstarten (POST)" op pagina 102. U kunt het Configuratieprogramma als volgt starten: 1. Zet de computer aan. Als de computer al aanstaat op het moment dat u deze procedure wilt beginnen, moet u hem eerst opnieuw opstarten: Gebruik hiervoor niet de toetsencombinatie Ctrl+Alt+Del, maar sluit het besturingssysteem af, zet de computer uit, wacht een paar seconden totdat alle lampjes uit zijn en start de computer vervolgens opnieuw op. 2. Wanneer de aanwijzing van het Configuratieprogramma in de linkerbenedenhoek van het scherm verschijnt, drukt u op F1. (De aanwijzing blijft slechts gedurende een paar seconden op het scherm. U moet snel op F1 drukken.) 3. Als u geen configuratiewachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het Configuratieprogramma op het scherm. Als u wel een configuratiewachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het Configuratieprogramma pas nadat u het configuratiewachtwoord achter de wachtwoordaanwijzing hebt getypt en op Enter hebt gedrukt. Zie "Wachtwoorden" op pagina 45 voor meer informatie. Opmerking: Als er nieuwe hardware aan het systeem is toegevoegd en een of meer van de volgende situaties zich voordoet, dan verschijnt het Configuratieprogramma voordat de besturing wordt overgenomen door het besturingssysteem: Uitgebreide Zelftest/POST is actief  Copyright IBM Corp. 1999 41

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184

Hoofdstuk 4.
Het Configuratieprogramma
gebruiken
Het Configuratieprogramma is opgeslagen in het EEPROM (Electrically
Erasable Programmable Read-Only Memory) van uw computer. U kunt het
Configuratieprogramma gebruiken om de configuratie van de computer te
bekijken en te wijzigen, ongeacht het besturingssysteem dat u gebruikt. De
instellingen die u kiest in uw besturingssysteem kunnen echter voorrang
krijgen boven eventuele vergelijkbare instellingen in het
Configuratieprogramma.
Het Configuratieprogramma starten en gebruiken
Het Configuratieprogramma wordt automatisch gestart als er tijdens de
zelftest een wijziging in de hardwareconfiguratie wordt geconstateerd. Er
wordt een POST-foutbericht afgebeeld dat begint met het getal 162. Zie
Zelftest bij opstarten (POST)
op pagina
102.
U kunt het Configuratieprogramma als volgt starten:
1.
Zet de computer aan. Als de computer al aanstaat op het moment dat u
deze procedure wilt beginnen, moet u hem eerst opnieuw opstarten:
Gebruik hiervoor niet de toetsencombinatie Ctrl+Alt+Del, maar sluit het
besturingssysteem af, zet de computer uit, wacht een paar seconden
totdat alle lampjes uit zijn en start de computer vervolgens opnieuw
op.
2.
Wanneer de aanwijzing van het Configuratieprogramma in de
linkerbenedenhoek van het scherm verschijnt, drukt u op F1. (De
aanwijzing blijft slechts gedurende een paar seconden op het scherm. U
moet snel op F1 drukken.)
3.
Als u
geen
configuratiewachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het
Configuratieprogramma op het scherm. Als u wel een
configuratiewachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het
Configuratieprogramma pas nadat u het configuratiewachtwoord achter
de wachtwoordaanwijzing hebt getypt en op Enter hebt gedrukt. Zie
Wachtwoorden
op pagina
45 voor meer informatie.
Opmerking:
Als er nieuwe hardware aan het systeem is toegevoegd
en
een of meer van de volgende situaties zich voordoet,
dan verschijnt het Configuratieprogramma voordat de
besturing wordt overgenomen door het
besturingssysteem:
±
Uitgebreide Zelftest/POST is actief
Copyright IBM Corp. 1999
41