Lenovo PC 300PL User Guide (including system setup and option installation) - Page 147

meer informatie.

Page 147 highlights

U vervangt de batterij als volgt: 1. Zet de computer en alle randapparatuur uit. 2. Ontkoppel het netsnoer en verwijder de kap. Raadpleeg "De kap verwijderen - desktopmodel" op pagina 65 of "De kap verwijderen - towermodel" op pagina 70. 3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Raadpleeg het label met de afbeelding van de systeemplaat in de computer voor de precieze plaats of raadpleeg "Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 76. 4. Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de batterij verhinderen. Raadpleeg "Adapters installeren - desktopmodel" op pagina 81 of "Adapters installeren - towermodel" op pagina 82 voor meer informatie. 5. Verwijder de oude batterij. 6. Installeer de nieuwe batterij. 7. Plaats adapters die u verwijderd hebt om toegang te krijgen tot de batterij weer terug. In "Adapters installeren - desktopmodel" op pagina 81 of "Adapters installeren - towermodel" op pagina 82 leest u hoe u adapters vervangt. 8. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afgebeeld. Dit is normaal na de vervanging van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Stel met behulp van het Configuratieprogramma de datum, tijd en eventuele wachtwoorden in. 11. Laat gebruikte batterijen verwerken als klein chemisch afval. Hoofdstuk 6. Probleemoplossing 131

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184

U vervangt de batterij als volgt:
1.
Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2.
Ontkoppel het netsnoer en verwijder de kap. Raadpleeg
De kap
verwijderen
desktopmodel
op pagina
65 of
De kap verwijderen
towermodel
op pagina
70.
3.
Kijk waar de batterij zich bevindt. Raadpleeg het label met de
afbeelding van de systeemplaat in de computer voor de precieze plaats
of raadpleeg
Onderdelen van de systeemplaat
op pagina
76.
4.
Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de batterij
verhinderen. Raadpleeg
Adapters installeren
desktopmodel
op
pagina
81 of
Adapters installeren
towermodel
op pagina
82 voor
meer informatie.
5.
Verwijder de oude batterij.
6.
Installeer de nieuwe batterij.
7.
Plaats adapters die u verwijderd hebt om toegang te krijgen tot de
batterij weer terug. In
Adapters installeren
desktopmodel
op
pagina
81 of
Adapters installeren
towermodel
op pagina
82 leest
u hoe u adapters vervangt.
8.
Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan.
Opmerking:
Wanneer de computer voor de eerste keer wordt
aangezet nadat de batterij is vervangen, kan er een
foutbericht worden afgebeeld. Dit is normaal na de
vervanging van de batterij.
9.
Zet de computer en alle randapparatuur aan.
10.
Stel met behulp van het Configuratieprogramma de datum, tijd en
eventuele wachtwoorden in.
11.
Laat gebruikte batterijen verwerken als klein chemisch afval.
Hoofdstuk 6.
Probleemoplossing
131