Metabo CS 22-355 Operating Instructions - Page 27

Gebruik, Onderhoud, Storingen verhelpen

Page 27 highlights

Alle bouten moet vast zijn aangetrokken. Trek de bout voor de bevestiging van de slijpschijf vast met de meegeleverd sleutel en controleer of de andere bouten ook vast zijn aangetrokken. Vonkbeschermplaat (12): Voor de inbedrijfname de vonkbeschermplaat tot aan de markering verdraaien. 7. Gebruik 7.1 Snijdiepte instellen Voor het voorinstellen van de gewenste snijdiepte bijv. bij meerdere snedes met dezelfde diepte. Instellen van de snijdieptebegrenzer (3): - De contramoer losmaken. - De zeskantbout op de gewenste diepte instellen. - De borgmoer weer vastdraaien. 7.2 Bankschroef Het werkstuk vast in de bankschroef (13) spannen. Instellen van de snijhoek: - De beide bouten (17) van de aanslag (16) losmaken. - Gewenste hoek instellen. - De beide bouten (17) weer vastdraaien. Verstellen van de maximale spanbreedte: de aanslag kan in 3 posities worden ingesteld. - Daarvoor de beide bouten (17) verwijderen. - De aanslag (16) naar achteren / midden / voren verzetten. - De aanslag (16) met beide bouten (17) weer bevestigen. Werkstuk inspannen: - Voor snelspannen de hefboom (14) naar voren zwenken en de draaikruk (15) in de richting van het werkstuk schuiven. - Hefboom (14) naar achteren drukken en het werkstuk door rechtsom verdraaien van de draaikruk (15) vast inspannen. 7.3 Doorslijpen van een werkstuk Klemgevaar! Grijp bij het laten zakken van de hefboom niet in de scharnieren! • Begin pas met het snijden wanneer de machine het maximale toerental heeft bereikt. • De slijpschijf langzaam op het werkstuk laten zakken en dan met geringe druk de snede maken. • Na afronding van de werkzaamheden, de hefboomarm weer in de uitgangspositie brengen. • Na afronden van de snede de machine uitschakelen, de motor volledig tot stilstand laten komen en pas dan de volgende snede voorbereiden. Het uitnemen of plaatsen van werkstukken bij roterende slijpschijf kan letsel tot gevolg hebben. • Niet met te veel druk werken, omdat de slijpschijf dan te snel slijt resp. de machine of het werkstuk beschadigd raken. NEDERLANDS nl 7.4 In- en uitschakelen Inschakelen: Veiligheidsschakelaar (11) indrukken en vasthouden, vervolgens op de drukschakelaar (10) drukken. Uitschakelen: laat de drukschakelaar (10) los. 7.5 Transport Bij het transport de hefboomarm (5) geheel naar beneden brengen en door verschuiven van de transportborging (4) vastzetten. Opmerking: voor het borgen van de hefboomarm is het noodzakelijk de snijdieptebegrenzer (3) in een onderste positie te draaien. Zie hoofdstuk 7.1. 8. Onderhoud Voor alle ombouw- en onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact halen! Asvergrendeling (8) alleen bij stilstaande motor indrukken. 8 abc Afnemen van de slijpschijf: - Hefboom voor asvergrendeling (8) naar rechts drukken en de slijpschijf (a) met de hand verdraaien tot de asvergrendeling merkbaar borgt. - Bout met spanflens (b) met de sleutel (c) linksom afschroeven. - Slijpschijf wegnemen. Monteren van de slijpschijf: - De nieuwe slijpschijf (a) plaatsen. - Bout met spanflens (b) opschroeven. - Spindel borgen en bout met spanflens (b) met de sleutel (c) vast aandraaien. - Controleer of de asvergrendeling (8) weer los is. - Vervuilde machine reinigen en slijpstof verwijderen. Regelmatig onderhoud: De volgende onderdelen tenminste maandelijks oliën: de bewegende onderdelen van de bankschroef. 9. Storingen verhelpen CS 22-355: Inschakelingen genereren kortstondige spanningsdips. Bij ongunstige netomstandigheden kunnen andere apparaten worden beïnvloed. Bij netimpedanties kleiner dan 0,24 Ohm worden geen storingen verwacht. 27

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96

NEDERLANDS
nl
27
Alle bouten moet vast zijn aangetrokken. Trek
de bout voor de bevestiging van de slijpschijf
vast met de meegeleverd sleutel en controleer of de
andere bouten ook vast zijn aangetrokken.
Vonkbeschermplaat (12):
Voor de inbedrijfname de vonkbeschermplaat tot
aan de markering verdraaien.
7.1
Snijdiepte instellen
Voor het voorinstellen van de gewenste snijdiepte
bijv. bij meerdere snedes met dezelfde diepte.
Instellen van de snijdieptebegrenzer
(3):
-
De contramoer losmaken.
-
De zeskantbout op de gewenste diepte instellen.
-
De borgmoer weer vastdraaien.
7.2
Bankschroef
Het werkstuk vast in de bankschroef
(13)
spannen.
Instellen van de snijhoek:
-
De beide bouten (17) van de aanslag (16)
losmaken.
-
Gewenste hoek instellen.
-
De beide bouten (17) weer vastdraaien.
Verstellen van de maximale spanbreedte:
de aanslag kan in 3 posities worden ingesteld.
-
Daarvoor de beide bouten (17) verwijderen.
-
De aanslag (16) naar achteren / midden / voren
verzetten.
-
De aanslag (16) met beide bouten (17) weer
bevestigen.
Werkstuk inspannen:
-
Voor snelspannen de hefboom (14) naar voren
zwenken en de draaikruk (15) in de richting van
het werkstuk schuiven.
-
Hefboom (14) naar achteren drukken en het
werkstuk door rechtsom verdraaien van de
draaikruk (15) vast inspannen.
7.3
Doorslijpen van een werkstuk
Klemgevaar! Grijp bij het laten zakken van de
hefboom niet in de scharnieren!
Begin pas met het snijden wanneer de machine
het maximale toerental heeft bereikt.
De slijpschijf langzaam op het werkstuk laten
zakken en dan met geringe druk de snede
maken.
Na afronding van de werkzaamheden, de
hefboomarm weer in de uitgangspositie brengen.
Na afronden van de snede de machine
uitschakelen, de motor volledig tot stilstand laten
komen en pas dan de volgende snede
voorbereiden. Het uitnemen of plaatsen van
werkstukken bij roterende slijpschijf kan letsel tot
gevolg hebben.
Niet met te veel druk werken, omdat de slijpschijf
dan te snel slijt resp. de machine of het werkstuk
beschadigd raken.
7.4
In- en uitschakelen
Inschakelen:
Veiligheidsschakelaar
(11)
indrukken en vasthouden, vervolgens op de
drukschakelaar (10) drukken.
Uitschakelen:
laat de drukschakelaar (10) los.
7.5
Transport
Bij het transport de hefboomarm (5) geheel naar
beneden brengen en door verschuiven van de
transportborging (4) vastzetten.
Opmerking:
voor het borgen van de hefboomarm is
het noodzakelijk de snijdieptebegrenzer (3) in een
onderste positie te draaien. Zie hoofdstuk 7.1.
Voor alle ombouw- en
onderhoudswerkzaamheden de stekker uit
het stopcontact halen!
Asvergrendeling
(8) alleen bij stilstaande
motor indrukken.
Afnemen van de slijpschijf:
-
Hefboom voor asvergrendeling (8) naar rechts
drukken en de slijpschijf (a) met de hand
verdraaien tot de asvergrendeling merkbaar
borgt.
-
Bout met spanflens (b) met de sleutel (c) linksom
afschroeven.
-
Slijpschijf wegnemen.
Monteren van de slijpschijf:
-
De nieuwe slijpschijf (a) plaatsen.
-
Bout met spanflens (b) opschroeven.
-
Spindel borgen en bout met spanflens (b) met de
sleutel (c) vast aandraaien.
-
Controleer of de asvergrendeling (8) weer los is.
-
Vervuilde machine reinigen en slijpstof
verwijderen.
Regelmatig onderhoud:
De volgende onderdelen tenminste maandelijks
oliën: de bewegende onderdelen van de
bankschroef.
CS 22-355:
Inschakelingen genereren kortstondige
spanningsdips. Bij ongunstige netomstandigheden
kunnen andere apparaten worden beïnvloed. Bij
netimpedanties kleiner dan 0,24 Ohm worden geen
storingen verwacht.
7.
Gebruik
8.
Onderhoud
9.
Storingen verhelpen
a
b
c
8