Pioneer PDP-5000EX User Manual - Page 179

Verminderen van beeldruis, Gebruik van de DRE Verbreding Dynamisch, Bereik functies

Page 179 highlights

Basisinstellingen 09 6 Kies het onderdeel dat u wilt bijregelen ( / en dan ENTER (ENTER/DISP.)). MPEG NR Keuzemogelij Uit kheden Hoog Schakelt de MPEG NR functie uit. Verhoogd niveau MPEG ruisonderdrukking. Midden Standaard MPEG ruisonderdrukking. Laag Gematigd niveau MPEG ruisonderdrukking. 7 Druk op HOME MENU, INPUT 1 tot INPUT 6 (INPUT) om het menu te sluiten. 7 Kies het gewenste niveau ( / ). Onderdeel toets R (Rood) Dichter bij magenta Y (Geel) Dichter bij rood G (Groen) Dichter bij geel C (Cyaan) Dichter bij groen B (Blauw) Dichter bij cyaan M (Magenta) Dichter bij blauw toets Dichter bij geel Dichter bij groen Dichter bij cyaan Dichter bij blauw Dichter bij magenta Dichter bij rood • Druk op RETURN als u nog een ander onderdeel wilt instellen en herhaal vervolgens de stappen 6 en 7. • U kunt op / drukken om de instelling van een onderdeel direct te wijzigen. 8 Druk op HOME MENU, INPUT 1 tot INPUT 6 (INPUT) om het menu te sluiten. Verminderen van beeldruis 1 Druk op HOME MENU. 2 Stel in op "Beeld" ( / en dan ENTER (ENTER/DISP.)). 3 Stel in op "Professionele instelling." ( / en dan ENTER (ENTER/DISP.)). 4 Stel in op "NR" ( / en dan ENTER (ENTER/DISP.)). 5 Stel het in te stellen item ( / en dan ENTER (ENTER/ DISP.)). • U kunt kiezen tussen "DNR" of "MPEG NR". 6 Stel de gewenste parameter ( / en dan ENTER (ENTER/ DISP.)). DNR Vermindert beeldstoring voor heldere, scherpe beelden. De afkorting DNR staat voor Digital Noise Reduction (digitale storingsonderdrukking). Keuzemogelij Uit kheden Hoog Schakelt de DNR functie uit. Verhoogd DNR niveau. Midden Standaard DNR niveau. Laag Gematigd DNR niveau. MPEG NR Vermindert hinderlijke storing uit de videobeelden tijdens het bekijken van een digitale TV-zender of het afspelen van een DVD disc, voor fraaie storingsvrije beelden. Gebruik van de DRE (Verbreding Dynamisch Bereik) functies 1 Druk op HOME MENU. 2 Stel in op "Beeld" ( / en dan ENTER (ENTER/DISP.)). 3 Stel in op "Professionele instelling." ( / en dan ENTER (ENTER/DISP.)). 4 Stel in op "DRE" ( / en dan ENTER (ENTER/DISP.)). 5 Stel het in te stellen item ( / en dan ENTER (ENTER/ DISP.)). • U kunt kiezen tussen "Dynamisch Contrast", "Zwartniveau", "ACL" of "Gamma". 6 Stel de gewenste parameter ( / en dan ENTER (ENTER/ DISP.)). Dynamisch Contrast Versterkt het contrast van het beeld zodat er een groter verschil bestaat tussen de lichte en de donkere partijen. Instellingen Uit Dynamisch Contrast uitgeschakeld. Hoog Verbeterd Dynamisch Contrast Midden Standaard Dynamisch Contrast Laag Gematigd Dynamisch Contrast Zwartniveau Versterkt de donkere beeldpartijen zodat deze beter afsteken tegen de lichte partijen. Instellingen Uit Zwartniveau uitgeschakeld Aan Zwartniveau ingeschakeld ACL Deze functie zorgt voor een compensatie die resulteert in optimale contrastkarakteristieken voor de weergegeven beelden. Instellingen Uit ACL uitgeschakeld. Aan ACL ingeschakeld. Gamma Deze functie regelt de zogenaamde gammakarakteristieken (de gradatie van het beeld). Instellingen 1 Gammakarakteristiek 1. 2 Gammakarakteristiek 2. 3 Gammakarakteristiek 3. 7 Druk op HOME MENU, INPUT 1 tot INPUT 6 (INPUT) om het menu te sluiten. Nederlands 27 Du

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204
  • 205
  • 206
  • 207
  • 208
  • 209
  • 210
  • 211
  • 212
  • 213
  • 214
  • 215
  • 216
  • 217
  • 218
  • 219
  • 220
  • 221
  • 222
  • 223
  • 224
  • 225
  • 226
  • 227
  • 228
  • 229
  • 230

27
Du
Basisinstellingen
09
Nederlands
6
Kies het onderdeel dat u wilt bijregelen (
/
en dan
ENTER
(ENTER/DISP.)
).
7
Kies het gewenste niveau (
/
).
• Druk op
RETURN
als u nog een ander onderdeel wilt
instellen en herhaal vervolgens de stappen 6 en 7.
• U kunt op
drukken om de instelling van een
onderdeel direct te wijzigen.
8
Druk op
HOME MENU
,
INPUT
1
tot
INPUT
6
(INPUT)
om
het menu te sluiten.
Verminderen van beeldruis
1
Druk op
HOME MENU
.
2
Stel in op “Beeld” (
/
en dan
ENTER
(ENTER/DISP.)
).
3
Stel in op “Professionele instelling.” (
en dan
ENTER
(ENTER/DISP.)
).
4
Stel in op “NR” (
/
en dan
ENTER
(ENTER/DISP.)
).
5
Stel het in te stellen item (
/
en dan
ENTER
(ENTER/
DISP.)
).
• U kunt kiezen tussen “DNR” of “MPEG NR”.
6
Stel de gewenste parameter (
en dan
ENTER
(ENTER/
DISP.)
).
7
Druk op
HOME MENU
,
INPUT
1
tot
INPUT
6
(INPUT)
om
het menu te sluiten.
Gebruik van de DRE (Verbreding Dynamisch
Bereik) functies
1
Druk op
HOME MENU
.
2
Stel in op “Beeld” (
/
en dan
ENTER
(ENTER/DISP.)
).
3
Stel in op “Professionele instelling.” (
/
en dan
ENTER
(ENTER/DISP.)
).
4
Stel in op “DRE” (
/
en dan
ENTER
(ENTER/DISP.)
).
5
Stel het in te stellen item (
en dan
ENTER
(ENTER/
DISP.)
).
• U kunt kiezen tussen “Dynamisch Contrast”,
“Zwartniveau”, “ACL” of “Gamma”.
6
Stel de gewenste parameter (
/
en dan
ENTER
(ENTER/
DISP.)
).
7
Druk op
HOME MENU
,
INPUT
1
tot
INPUT
6
(INPUT)
om
het menu te sluiten.
Onderdeel
toets
toets
R (Rood)
Dichter bij magenta
Dichter bij geel
Y (Geel)
Dichter bij rood
Dichter bij groen
G (Groen)
Dichter bij geel
Dichter bij cyaan
C (Cyaan)
Dichter bij groen
Dichter bij blauw
B (Blauw)
Dichter bij cyaan
Dichter bij magenta
M (Magenta)
Dichter bij blauw
Dichter bij rood
DNR
Vermindert beeldstoring voor heldere, scherpe beelden. De afkorting DNR
staat voor Digital Noise Reduction (digitale storingsonderdrukking).
Keuzemogelij
kheden
Uit
Schakelt de DNR functie uit.
Hoog
Verhoogd DNR niveau.
Midden
Standaard DNR niveau.
Laag
Gematigd DNR niveau.
MPEG NR
Vermindert hinderlijke storing uit de videobeelden tijdens het bekijken van
een digitale TV-zender of het afspelen van een DVD disc, voor fraaie
storingsvrije beelden.
Keuzemogelij
kheden
Uit
Schakelt de MPEG NR functie uit.
Hoog
Verhoogd niveau MPEG
ruisonderdrukking.
Midden
Standaard MPEG ruisonderdrukking.
Laag
Gematigd niveau MPEG ruisonderdrukking.
Dynamisch Contrast
Versterkt het contrast van het beeld zodat er een groter verschil bestaat
tussen de lichte en de donkere partijen.
Instellingen
Uit
Dynamisch Contrast uitgeschakeld.
Hoog
Verbeterd Dynamisch Contrast
Midden
Standaard Dynamisch Contrast
Laag
Gematigd Dynamisch Contrast
Zwartniveau
Versterkt de donkere beeldpartijen zodat deze beter afsteken tegen de
lichte partijen.
Instellingen
Uit
Zwartniveau uitgeschakeld
Aan
Zwartniveau ingeschakeld
ACL
Deze functie zorgt voor een compensatie die resulteert in optimale
contrastkarakteristieken voor de weergegeven beelden.
Instellingen
Uit
ACL uitgeschakeld.
Aan
ACL ingeschakeld.
Gamma
Deze functie regelt de zogenaamde gammakarakteristieken (de gradatie
van het beeld).
Instellingen
1
Gammakarakteristiek 1.
2
Gammakarakteristiek 2.
3
Gammakarakteristiek 3.
MPEG NR