Denon PMA-525R Operating Instructions - Page 26

Benamingen, Funkties, Bedieningsorganen, Voorpaneel

Page 26 highlights

NEDERLANDS BENAMINGEN EN FUNKTIES VAN DE BEDIENINGSORGANEN OP HET VOORPANEEL O POWER (spanningsschakelaar) Wanneer de spanningsschakelaar wordt ingeschakeld (=), licht de dempings/standby-aanduiding (MUTE/ STANDBY) (I) op. Wanneer de spanningsschakelaar wordt aangezet (ON), wordt spanning toegevoerd naar het toestel. Na inschakelen van de spanning duurt het slechts een paar sekonden voor het toestel is opgewarmd. Dit is te danken aan het ingebouwde dempingscircuit dat ruis uitschakelt tijdens het in/uitschakelen. PHONES (koptelefoonaansluiting) Deze aansluiting wordt gebruikt om de koptelefoon op aan te sluiten. SPEAKERS (luidsprekerkeuzeschakelaar) De PMA-525R kan worden aangesloten op twee luidsprekersystemen: systeem A en systeem B. Wanneer A wordt ingedrukt, wordt het luidsprekersysteem, aangesloten op de luidsprekeruitgangsaansluitpunten A, in werking gesteld. Wanneer B wordt ingedrukt, wordt het luidsprekersysteem, aangesloten op de luidsprekeraansluitpunten B, in werking gesteld. Wanneer A en B gelijktijdig worden ingedrukt, worden beide luidsprekersystemen gelijktijdig in werking gesteld. Wanneer de A- en B-schakelaars beide uit zijn (in de uit-stand staan), wordt geen geluid uitgevoerd vanuit de luidsprekeraansluitingen. Deze instelling wordt gebruikt om naar de weergave te luisteren via de koptelefoon. 0 SOURCE DIRECT (Brondirekt-schakelaar) De regelaars (BALANCE (balans), VARIABLE LOUDNESS (veranderlijke loudness) en TONE (klank)) kunnen worden gebruikt wanneer deze schakelaar in de OFF-stand ( _m_ ) staat. Indien in de AAN-( ) stand gezet, doorlopen de signalen de bovenstaande regelaars niet en worden de signalen direkt naar het volumeregelcircuit gevoerd, hetgeen een geluid van hoge kwaliteit geeft. VOLUME (volumeregelaar) Deze knop regelt het globale volumeniveau. Draai de knop naar rechts ( ) om het volume te verhogen en naar links ( n ) om het volume te verlagen. O BALANCE (balansregelaar) Deze knop wordt gebruikt om de balans tussen de linker-en rechterkanalen bij te regelen. Wanneer deze in de middenpositie wordt gezet, is de amplitude van de versterker aan beide zijden gelijk. Als er een verschil is in de uitgangsspanningen van het linker- en rechterkanaal voor een element, dient u de knop naar links en naar rechts te draaien om dit bij te regelen. Als het volume aan de rechterkant te laag is, dient u de knop naar rechts ( ( -4 ) te draaien om dit bij te regelen. Als het volume aan de linkerkant te laag is, dient u de knop naar links ( Cl ) te draaien. Hierdoor wordt een gelijke balans aan de linker- en rechterkant verkregen. O BASS (lage toonregelaar) Deze knop wordt gebruikt om de kwaliteit van de lage tonen van het geluid te regelen. Wanneer de knop in de middenstand wordt gezet, worden de frekwentiekarakteristieken afgevlakt in het bereik beneden de 1000 Hz. De lage tonen worden versterkt als de knop vanuit het midden naar rechts ( (-). ) wordt gedraaid, en verzwakt als deze naar links ( n ► wordt gedraaid. TREBLE (hoge toonregelaar) Deze knop wordt gebruikt om de kwaliteit van de hoge tonen van het geluid te regelen. Wanneer de knop in de middenstand wordt gezet, worden de frekwentiekarakteristieken afgevlakt in het bereik boven de 1000 Hz. De hoge tonen worden versterkt als de knop vanuit het midden naar rechts ( ) wordt gedraaid, en verzwakt als deze naar links ( n ) wordt gedraaid. 0 VARIABLE LOUDNESS (Loudness-regelaar) Op lage volumeniveaus, is het menselijk gehoor minder gevoelig voor de lage (BASS) en hoge (TREBLE) frekwen- ties. Gebruik deze regelaar om dit gebrek te kompenseren voor het luisteren op lage volumeniveaus. Draai de regelaar naar links totdat het natuurlijke evenwicht tussen de lage en hoge tonen hersteld is. REMOTE SENSOR (Ontvanger afstandsbediening Deze ontvanger ontvangt het infrarood-licht dat wordt overgeseind vanuit de draadloze afstandsbediening. Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger voor de bediening van het toestel. a) MUTE/STANDBY LED (Dempingsstandby-LED) Deze LED knippert terwijl het dempingscircuit werkt als de spanning wordt ingeschakeld en wanneer de dempingsfunktie is ingeschakeld met de afstandsbediening, en blijft branden (zonder te knipperen) terwijl de spanning is ingeschakeld. Bovendien gaat de LED-aanduiding snel knipperen wanneer het beschermingscircuit in werking is getreden. BANDKIEZER (Bandkeuze-Imeeluistertoetsen) • COPY/DAT/TAPE-1: Druk eenmaal op deze toets; de COPY/ DAT/TAPE-1-indicator licht op en u kunt nu een cassettebron weergeven op het DAT/ TAPE-1-aansluitpunt. In deze stand kunt u kopieren van de COPY/DAT/TAPE-1-bron naar het DAT/ TAPE-2-aansluitpunt. Druk nogmaals op de juist gebruikte toets ®om bronnen gekozen met de ingangskiezer weer te geven; de indicator verdwijnt. • DAT/TAPE-2: Druk eenmaal op deze toets; de DAT/ TAPE-2-indicator licht op en u kunt nu een cassette- of videobron weergeven afkomstig van het DAT/TAPE-2-aansluitpunt. Druk nogmaals op de juist gebruikte toets om bronnen gekozen met de ingangskiezer (10 weer te geven; de indicator verdwijnt. INPUT SELECTOR (Ingangskeuzeschakelaar) Gebruik deze voor het kiezen van de programmabron. Als de toets voor de gewenste programmabron is gekozen, licht de LED hiervan op. Er kan maar een programmabron per keer worden gekozen. Dit gebeurt als volgt: • PHONO: Gebruik deze positie voor gebruik van de platenspeler aangesloten op de draaitafe- laansluitingen (PHONO). De platenspeler moet een magnetisch element ("MM") hebben. • CD: Gebruik deze positie voor gebruik van de CD-speler, enz., aangesloten op de CD- aansluitingen. • TUNER: Gebruik deze positie voor gebruik van de tuner, enz., aangesloten op de TUNER- aa nsl u iti ng en. • AUX: Gebruik deze positie voor gebruik van het komponent aangesloten op de AUX- aansluitingen. 30

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44

NEDERLANDS
BENAMINGEN
EN
FUNKTIES
VAN
DE
BEDIENINGSORGANEN
OP
HET
VOORPANEEL
O
0
O
O
POWER
(spanningsschakelaar)
Wanneer
de
spanningsschakelaar
wordt
ingeschakeld
(=),
licht
de
dempings/standby-aanduiding
(MUTE/
STANDBY)
(I)
op.
Wanneer
de
spanningsschakelaar
wordt
aangezet
(ON),
wordt
spanning
toegevoerd
naar
het
toestel.
Na
inschake-
len
van
de
spanning
duurt
het
slechts
een
paar
sekonden
voor
het
toestel
is
opgewarmd.
Dit
is
te
danken
aan
het
ingebouwde
dempingscircuit
dat
ruis
uitschakelt
tijdens
het
in/uitschakelen.
PHONES
(koptelefoonaansluiting)
Deze
aansluiting
wordt
gebruikt
om
de
koptelefoon
op
aan
te
sluiten.
SPEAKERS
(luidsprekerkeuzeschakelaar)
De
PMA-525R
kan
worden
aangesloten
op
twee
luidspre-
kersystemen:
systeem
A
en
systeem
B.
Wanneer
A
wordt
ingedrukt,
wordt
het
luidsprekersysteem,
aangesloten
op
de
luidsprekeruitgangsaansluitpunten
A,
in
werking
gesteld.
Wanneer
B
wordt
ingedrukt,
wordt
het
luidsprekersysteem,
aangesloten
op
de
luidsprekeraansluitpunten
B,
in
werking
gesteld.
Wanneer
A
en
B
gelijktijdig
worden
ingedrukt,
worden
beide
luidsprekersystemen
gelijktijdig
in
werking
gesteld.
Wanneer
de
A-
en
B-schakelaars
beide
uit
zijn
(in
de
uit-stand
staan),
wordt
geen
geluid
uitgevoerd
vanuit
de
luidsprekeraansluitingen.
Deze
instelling
wordt
gebruikt
om
naar
de
weergave
te
luisteren
via
de
koptelefoon.
SOURCE
DIRECT
(Brondirekt-schakelaar)
De
regelaars
(BALANCE
(balans),
VARIABLE
LOUDNESS
(veranderlijke
loudness)
en
TONE
(klank))
kunnen
worden
gebruikt
wanneer
deze
schakelaar
in
de
OFF
-stand
(
_m_
)
staat.
Indien
in
de
AAN-(
)
stand
gezet,
doorlopen
de
signalen
de
bovenstaande
regelaars
niet
en
worden
de
signalen
direkt
naar
het
volumeregelcircuit
gevoerd,
hetgeen
een
geluid
van
hoge
kwaliteit
geeft.
VOLUME
(volumeregelaar)
Deze
knop
regelt
het
globale
volumeniveau.
Draai
de
knop
naar
rechts
(
)
om
het
volume
te
verhogen
en
naar
links
(
n
)
om
het
volume
te
verlagen.
BALANCE
(balansregelaar)
Deze
knop
wordt
gebruikt
om
de
balans
tussen
de
linker
-en
rechterkanalen
bij
te
regelen.
Wanneer
deze
in
de
midden-
positie
wordt
gezet,
is
de
amplitude
van
de
versterker
aan
beide
zijden
gelijk.
Als
er
een
verschil
is
in
de
uitgangs-
spanningen
van
het
linker-
en
rechterkanaal
voor
een
element,
dient
u
de
knop
naar
links
en
naar
rechts
te
draaien
om
dit
bij
te
regelen.
Als
het
volume
aan
de
rechterkant
te
laag
is,
dient
u
de
knop
naar
rechts
(
(
-
4
)
te
draaien
om
dit
bij
te
regelen.
Als
het
volume
aan
de
linkerkant
te
laag
is,
dient
u
de
knop
naar
links
(
Cl
)
te
draaien.
Hierdoor
wordt
een
gelijke
balans
aan
de
linker-
en
rechterkant
verkregen.
BASS
(lage
toonregelaar)
Deze
knop
wordt
gebruikt
om
de
kwaliteit
van
de
lage
tonen
van
het
geluid
te
regelen.
Wanneer
de
knop
in
de
middenstand
wordt
gezet,
worden
de
frekwentiekarakteristieken
afgevlakt
in
het
bereik
bene-
den
de
1000
Hz.
De
lage
tonen
worden
versterkt
als
de
knop
vanuit
het
midden
naar
rechts
(
(-).
)
wordt
gedraaid,
en
verzwakt
als
deze
naar
links
(
n
wordt
gedraaid.
0
a)
TREBLE
(hoge
toonregelaar)
Deze
knop
wordt
gebruikt
om
de
kwaliteit
van
de
hoge
tonen
van
het
geluid
te
regelen.
Wanneer
de
knop
in
de
middenstand
wordt
gezet,
worden
de
frekwentiekarakteristieken
afgevlakt
in
het
bereik
boven
de
1000
Hz.
De
hoge
tonen
worden
versterkt
als
de
knop
vanuit
het
midden
naar
rechts
(
)
wordt
gedraaid,
en
verzwakt
als
deze
naar
links
(
n
)
wordt
gedraaid.
VARIABLE
LOUDNESS
(Loudness-regelaar)
Op
lage
volumeniveaus,
is
het
menselijk
gehoor
minder
gevoelig
voor
de
lage
(BASS)
en
hoge
(TREBLE)
frekwen-
ties.
Gebruik
deze
regelaar
om
dit
gebrek
te
kompenseren
voor
het
luisteren
op
lage
volumeniveaus.
Draai
de
rege-
laar
naar
links
totdat
het
natuurlijke
evenwicht
tussen
de
lage
en
hoge
tonen
hersteld
is.
REMOTE
SENSOR
(Ontvanger
afstandsbediening
Deze
ontvanger
ontvangt
het
infrarood-licht
dat
wordt
overgeseind
vanuit
de
draadloze
afstandsbediening.
Richt
de
draadloze
afstandsbediening
op
de
ontvanger
voor
de
bediening
van
het
toestel.
MUTE/STANDBY
LED
(Dempingsstandby-LED)
Deze
LED
knippert
terwijl
het
dempingscircuit
werkt
als
de
spanning
wordt
ingeschakeld
en
wanneer
de
dempings-
funktie
is
ingeschakeld
met
de
afstandsbediening,
en
blijft
branden
(zonder
te
knipperen)
terwijl
de
spanning
is
ingeschakeld.
Bovendien
gaat
de
LED-aanduiding
snel
knipperen
wanneer
het
beschermingscircuit
in
werking
is
getreden.
BANDKIEZER
(Bandkeuze-Imeeluistertoetsen)
COPY/DAT/TAPE-1:
Druk
eenmaal
op
deze
toets;
de
COPY/
DAT/TAPE-1-indicator
licht
op
en
u
kunt
nu
een
cassettebron
weergeven
op
het
DAT/
TAPE-1-aansluitpunt.
In
deze
stand
kunt
u
kopieren
van
de
COPY/DAT/TAPE-1-bron
naar
het
DAT/
TAPE-2-aansluitpunt.
Druk
nogmaals
op
de
juist
gebruikte
toets
om
bronnen
gekozen
met
de
ingangskiezer
®
weer
te
geven;
de
indicator
verdwijnt.
DAT/TAPE-2:
Druk
eenmaal
op
deze
toets;
de
DAT/
TAPE
-2
-indicator
licht
op
en
u
kunt
nu
een
cassette-
of
videobron
weergeven
afkom-
stig
van
het
DAT/TAPE-2-aansluitpunt.
Druk
nogmaals
op
de
juist
gebruikte
toets
om
bronnen
gekozen
met
de
ingangskiezer
(10
weer
te
geven;
de
indicator
verdwijnt.
INPUT
SELECTOR
(Ingangskeuzeschakelaar)
Gebruik
deze
voor
het
kiezen
van
de
programmabron.
Als
de
toets
voor
de
gewenste
programmabron
is
gekozen,
licht
de
LED
hiervan
op.
Er
kan
maar
een
programmabron
per
keer
worden
gekozen.
Dit
gebeurt
als
volgt:
PHONO:
Gebruik
deze
positie
voor
gebruik
van
de
platenspeler
aangesloten
op
de
draaitafe-
laansluitingen
(PHONO).
De
platenspeler
moet
een
magnetisch
element
("MM")
hebben.
CD:
Gebruik
deze
positie
voor
gebruik
van
de
CD-speler,
enz.,
aangesloten
op
de
CD-
aansluitingen.
TUNER:
Gebruik
deze
positie
voor
gebruik
van
de
tuner,
enz.,
aangesloten
op
de
TUNER-
aa
nsl
u
iti
ng
en.
AUX:
Gebruik
deze
positie
voor
gebruik
van
het
komponent
aangesloten
op
de
AUX-
aansluitingen.
30