Bernina Bernette 56 Instruction Manual - Page 46

Draadspanning

Page 46 highlights

Tension des fils La tension des fils va affecter directement Ia qualit6 des points et il • Draadspanning De draadspanning bei"nvloedt de kwaliteit van uw steken. Bij gebruik van se peut qu'elle doive etre r6g!6e lors du changeh'lent de tissu ou de • de verschillende stoffen of garens, meet soms de spanning van de draad fil. • •• REMARQUE: • II est conseil18 d'effectuer une coutur'e d'essai sur une chute de tissu • anders worden ingesteld. OPMERKING: U wordt aangeraden een proeflapje te·maken voordat u begint. avant de coudre sur l'ouvrage proprement dit. • De standaardinstelling van de draadspanning is "5". Normaternent, le r6glage de tension du fil doit etre mis sur "5". Problemas possibles et leurs remedes. A La tension sup6rieure est excessive. Formation de boucles sur l'endroit du tissu. A~1 setecteur de tension superleure Eventuele problemen en wat u eraan kunt doen. A Bovenspanning te hoog Er verschijnen knoopjes aan de goede kant van het materiaal. A~l Instelknop voor bovendraadspanning Verlaag de spanning door de schijf op een lager nummer te zetten. Diminuer Ia tension en mettant le s61ecteur sur un chiffre inf6w • rieur. B La tension superieure est insufflsante. Formation de boucles sur l'envers du tissu. B Bovenspanning te slap Er verschijnen knoopjes aan de binnenkant van het materiaal. B~l Inste1knop voor bovendraadspanning Verhoog de spanning door de knop op een boger nummer te zetten . 8w1 S61ecteur de tension sup6rieure • Q) Binnenkant Augmenter Ia tension en plagant le se!ecteur sur un chiffre plus : ® Goede kant Sieve. • Q) Envers ® Endroil REMARQUE: La tension du til inf9rleur a deja ete r9gl8e d'usine pour une utilisa- OPMERKING: De draadspanning van de onderdraad is al op de fabriek ingesteld voor al- gemeen gebruik. Deze instelling hoeft voor de meeste toepassingen niet te worden gewijzigd. · Als u echter met een ~un garen op een dunne stof naait, dan kan de draad- tion normale. Pour Ia plupart des applications de couture, i! ne sera • spanning onvoldoende wordeq. ingesteld met de instelknop voor bovendraad~ des lors pas necessaire de !a reg!er. • spanning. In dit geval moet de draadspanning van de onderdraad als volgt • Cependant, lors de l;;t couture avec du til fin sur des tissus J9gers, les • worden ingesteld: r6glages de tension du fi1 effectues a l'aide.du disque de contr6Je de • Ia tension sup6rieure sont insuffisants. Dans ce cas, r6g!er Ia ten- • C Onderspanning te slap sion du fil seton Ia methode d8crite ci-dessous. Er verschijnen knoopjes aan de goede kant van het materiaal. Verlaag de draadspanning door de knop op een Jagere stand te zetten, C La tension interieure est insuffisante. Als het resultaat nog niet naar wens is, dient u de draadspanning van Formation de boucles a l'endroit du tissu.' de spoeldraad in. te stellen volgens de onderstaande beschrijving. Diminuer Ia tension du fil en mettant Je disque sur un chiffre inferieur. Si le resultat n'est pas encore concluant, rSgler Ia tension du til de Ia canette comme indique ci-dessous au point C-1. C-1 Spoel Verhoog de draadspanning van de spoeldraad door met een kleine schroevedraaier het schroefje rechtsom te draaien. Draai de schroef echter niet meer dan een he1e slag. C-1 Canette Vergeet niet om de schroef,weet terug te zetten in de oorspronkelijke A !'aide d'un petit tournevis, augmenter Ia tension de Ia canette positie voordat u aan uw volgende naaiwerk begint. en tournant Ia vis dans le sens des aigui!!es d'une mpntre, sans i ! D effectuer plus d'un tour complet. a Ne pas oublier de remettre Ia vis sa positiOn originale avant d'entamer un nouvel ouvrage. Tension correcte a II est essentiel de proceder un r8glage correct de Ia tension du fil pour avoir des coutures solides sans que le tissu ne fronce. Q) Envers ® Endroit D Juiste spanning Een juiste draadspanning is uiterst belangrijk. Een te hoge of te lage draadspanning verzwakt de naden of maakt rimpels in het materiaal. Q) Binnenkant ® Goedekant 38

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86

i
!
Tension des
fils
La tension
des
fils va affecter directement Ia qualit6
des
points et
il
se
peut qu'elle doive
etre
r6g!6e lors du changeh'lent
de
tissu ou de
fil.
REMARQUE:
II
est
conseil18
d'effectuer une
coutur'e
d'essai sur une chute
de
tissu
avant de coudre sur l'ouvrage proprement dit.
Normaternent,
le
r6glage de tension du
fil
do
it
etre
mis sur "5".
Problemas
possibles et leurs
remedes.
A
La
tension sup6rieure est excessive.
Formation
de
boucles sur l'endroit du tissu.
A~1
setecteur de tension superleure
Diminuer
Ia
tension
en
mettant
le
s61ecteur
sur
un
chiffre
inf6w
rieur.
B
La
tension
superieure
est insufflsante.
Formation
de
boucles
sur
l'envers
du
tissu.
8w1
S61ecteur
de
tension
sup6rieure
Augmenter Ia tension en plagant le se!ecteur
sur
un
chiffre plus
:
Sieve.
Q)
Envers
®
Endroil
REMARQUE:
La tension du til inf9rleur a deja ete r9gl8e d'usine pour une utilisa-
tion normale. Pour Ia plupart des applications de couture,
i!
ne
sera
des lors pas necessaire de !a reg!er.
Cependant, lors de
l;;t
couture avec du
til
fin sur des tissus J9gers, les
r6glages de tension du
fi1
effectues a l'aide.du disque de contr6Je de
Ia
tension sup6rieure sont insuffisants. Dans ce cas, r6g!er Ia ten-
sion du
fil
seton Ia methode d8crite ci-dessous.
C
La
tension interieure est insuffisante.
Formation de boucles a l'endroit du tissu.'
Diminuer Ia tension du
fil
en mettant
Je
disque sur un chiffre
inferieur.
Si
le resultat n'est pas encore concluant, rSgler
Ia
ten-
sion du
til
de Ia canette comme indique ci-dessous au point
C-1.
C-1
Canette
A
!'aide d'un petit tournevis, augmenter Ia tension de
Ia
canette
en tournant Ia vis dans
le
sens des aigui!!es d'une mpntre, sans
effectuer plus d'un tour complet.
Ne pas oublier de remettre Ia vis
a
sa positiOn originale avant
d'entamer
un
nouvel ouvrage.
D
Tension correcte
II
est essentiel de proceder
a
un r8glage correct de Ia tension
du fil pour avoir des coutures soli des sans que le tissu ne fronce .
Q)
Envers
®
Endroit
Draadspanning
De draadspanning bei"nvloedt de kwaliteit van uw steken. Bij gebruik van
de verschillende stoffen
of
garens, meet soms de spanning van
de
draad
anders worden ingesteld .
OPMERKING:
U wordt aangeraden een proeflapje te·maken voordat
u
begint.
De
standaardinstelling van
de
draadspanning is "5".
Eventuele problemen en wat u eraan
kunt
doen.
A
Bovenspanning te hoog
Er
verschijnen knoopjes aan de goede kant van het materiaal.
A~l
Instelknop voor bovendraadspanning
Verlaag
de
spanning door
de
schijf op
een
lager nummer te zetten.
B
Bovenspanning te slap
Er
verschijnen knoopjes aan
de
binnenkant van het materiaal.
B~l
Inste1knop voor bovendraadspanning
Verhoog de spanning door de knop
op
een boger nummer te zetten .
Q)
Binnenkant
®
Goede
kant
OPMERKING:
De draadspanning van
de
onderdraad is
al
op de fabriek ingesteld voor al-
gemeen gebruik. Deze instelling hoeft voor de meeste toepassingen niet te
worden gewijzigd.
·
Als u echter met een
~un
garen op een dunne stof naait, dan kan
de
draad-
spanning onvoldoende wordeq. ingesteld met de instelknop voor
bovendraad~
spanning. In dit geval moet de draadspanning van de onderdraad als volgt
worden ingesteld:
C
Onderspanning
te
slap
Er
verschijnen knoopjes aan
de
goede kant van
het
materiaal.
Verlaag de draadspanning door de knop op een Jagere stand te zetten,
Als het resultaat nog niet naar wens is, dient u de draadspanning van
de spoeldraad
in.
te stellen volgens
de
onderstaande beschrijving.
C-1 Spoel
D
Verhoog de draadspanning van
de
spoeldraad door met een kleine
schroevedraaier het schroefje rechtsom te draaien. Draai de schroef
echter niet meer dan een
he1e
slag.
Vergeet niet om
de
schroef,weet terug te zetten in
de
oorspronkelijke
positie voordat u aan uw volgende naaiwerk begint.
Juiste
spanning
Een juiste draadspanning is uiterst belangrijk. Een te hoge
of
te lage
draadspanning verzwakt de naden
of
maakt rimpels in het materiaal.
Q)
Binnenkant
®
Goedekant
38