Pioneer DJM 400 Owner's Manual - Page 53

Inhoudsopgave, Kenmerken, Technische Gegevens

Page 53 highlights

INHOUDSOPGAVE WAARSCHUWINGEN I.V.M. HET GEBRUIK .......... 52 TECHNISCHE GEGEVENS 53 KENMERKEN 53 VOOR GEBRUIK AANSLUITINGEN 54 AANSLUITINGENPANEEL 54 AANSLUITEN VAN APPARATUUR OP DE INGANGEN 55 AANSLUITEN VAN APPARATUUR OP DE UITGANGEN 55 AANSLUITEN VAN HET NETSNOER 55 BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN 56 BEDIENING BEDIENING VAN HET MENGPANEEL 58 BASISBEDIENING 58 FADERSTARTFUNCTIE 59 EFFECTFUNCTIES 60 TYPEN BEAT-EFFECTEN 60 BEAT-EFFECTEN PRODUCEREN 61 IN-LOOP SAMPLER 61 EFFECTPARAMETERS 62 OVERIG VERHELPEN VAN STORINGEN 63 BLOKSCHEMA 76 TECHNISCHE GEGEVENS 1. Algemeen Stroomvoorziening 220 V tot 240 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz Stroomverbruik 13 W Bedrijfstemperatuur 5 °C tot +35 °C Bedrijfsvochtigheid 5 % tot 85 % (zonder condensatie) Gewicht 3,2 kg Maximale afmetingen 223 (B) × 304,7 (D) × 106,6 (H) mm 2. Audiogedeelte Bemonsteringsfrequentie 96 kHz A/D, D/A-omzetter 24 bit Frequentiebereik LINE 20 Hz tot 20 kHz MIC 20 Hz tot 20 kHz PHONO 20 Hz tot 20 kHz (RIAA) S/R-verhouding (bij nomimaal vermogen) LINE 97 dB PHONO 82 dB MIC 78 dB Vervorming (LINE-MASTER OUT 0,007 % Ingangsniveau/impedantie PHONO 52 dBu/47 kΩ MIC 1, MIC 2 52 dBu/47 kΩ CD, LINE 12 dBu/47 kΩ Uitgangsniveau/impedantie MASTER OUT 2 dBu/10 kΩ PHONES 2 dBu/32 Ω Overspraak (LINE 78 dB Kanaal-equalizerverloop (isolator) HI 9 dB tot -∞ (13 kHz) MID 9 dB tot -∞ (1 kHz) LOW 9 dB tot -∞ (70 Hz) Microfoon-equalizerverloop HI ..... -12 dB (volledig linksom gedraaid) tot 0 dB (midden) (10 kHz) LOW ... -12 dB (volledig rechtsom gedraaid) tot 0 dB (midden) (100 Hz) 3. Ingangs-/uitgangsaansluitingen PHONO/LINE ingangsaansluitingen RCA tulpstekkerbussen 2 CD ingangsaansluitingen RCA tulpstekkerbussen 2 MIC/AUX ingangsaansluitingen Klinkstekkerbussen (Ø6,3 mm 2 MASTER uitgangsaansluitingen RCA tulpstekkerbussen 2 PHONES aansluitingen Stereo hoofdtelefoonaansluiting (Ø6,3 mm 1 CONTROL aansluitingen Mini-klinkstekkerbussen (Ø3,5 mm 2 4. Accessoires Gebruiksaanwijzing 1 Netsnoer 1 Wijzigingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden, zonder voorafgaande kennisgeving. KENMERKEN 1 Ontworpen voor een topkwaliteit geluid De analoge signalen worden bemonsterd met 96 kHz/24 bit, wat vergelijkbaar is met professionele prestatieniveaus. Het mengen geschiedt met hetzelfde type 32-bit DSP als die gebruikt wordt in de DJM-1000 en DJM-800, waarbij de geluidskwaliteit in het geheel niet wordt aangetast en een helder en krachtig clubgeluid wordt verkregen dat bij uitstek geschikt is voor DJ's. 2 3-band equalizer met afbreekfunctie Uitgerust met equalizerfuncties voor elk van de drie bandbreedten HI, MID en LOW, en een afbreekfunctie voor het verlagen van het verzwakkingsniveau tot -∞. 3 Grote variëteit aan effecten 1) Beat-effecten De "beat-effecten" die zo populair zijn op de DJM-600 zijn verder ontwikkeld. De effecten kunnen gekoppeld aan de BPM (beats per minuut) telling worden toegepast, waardoor een groot aantal geluiden gecreëerd kan worden. Voorbeelden van deze effecten zijn vertraging, echo, filter, flanger, phaser, robot en rol. 2) Beat-keuzetoetsen U kunt de effecttijd automatisch instellen gekoppeld aan de BPM. Tevens is selectie van de gewenste BPM voor het synchroniseren van de beat-effecten mogelijk. 3) In-loop sampler Detecteert de BPM van de huidige track en kan tot vijf 4-beat-bronnen in banken opnemen, voor weergave van een loop op de maat van de BPM van de track. 4 2 MIC ingangen, met omschakelfunctie naar AUX Uitgerust met 2 MIC ingangen die naar AUX omgeschakeld kunnen worden voor gebruik als een derde LINE ingang. 5 Automatische talk-over functie De automatische talk-over functie zorgt ervoor dat het volume van de track automatisch verminderd wordt wanneer er een microfoonsignaal binnenkomt. 6 Andere hoogtepunten ¶ Door dit apparaat met behulp van een bedieningssignaalkabel op een Pioneer CD-speler voor DJ-gebruik aan te sluiten, kan het afspelen op de CD-speler gekoppeld worden aan de bediening van de fader ("faderstart-weergave"). ¶ "Fadercurve afstelling" functie voor het wijzigen van de kruisfadercurve. ¶ "Automatische BPM teller" geeft een visuele weergave van het tempo van de track. ¶ Automatische meeluisterfunctietoewijzing voor het toewijzen van de kanaalinvoer en de hoofduitvoer aan het linker en rechter kanaal van de meeluister-hoofdtelefoon. ¶ Uitgebreide ingangs-/uitgangssystemen. Voorzien van twee CD ingangen, twee LINE/PHONO (MM-type) ingangen en twee microfooningangen voor een totaal van zes ingangssystemen, samen met twee uitgangssystemen. 53 Du Nederlands

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76

53
<DRB1404>
Du
Nederlands
INHOUDSOPGAVE
1
Ontworpen voor een topkwaliteit geluid
De analoge signalen worden bemonsterd met 96 kHz/24 bit, wat
vergelijkbaar is met professionele prestatieniveaus. Het mengen
geschiedt met hetzelfde type 32-bit DSP als die gebruikt wordt in de
DJM-1000
en
DJM-800
, waarbij de geluidskwaliteit in het geheel niet
wordt aangetast en een helder en krachtig clubgeluid wordt
verkregen dat bij uitstek geschikt is voor DJ
s.
2
3-band equalizer met afbreekfunctie
Uitgerust met equalizerfuncties voor elk van de drie bandbreedten
HI
,
MID
en
LOW
, en een afbreekfunctie voor het verlagen van het
verzwakkingsniveau tot
.
3
Grote variëteit aan effecten
1) Beat-effecten
De
beat-effecten
die zo populair zijn op de
DJM-600
zijn verder
ontwikkeld. De effecten kunnen gekoppeld aan de
BPM
(
beats per
minuut
) telling worden toegepast, waardoor een groot aantal
geluiden gecre
ë
erd kan worden. Voorbeelden van deze effecten zijn
vertraging, echo, filter, flanger, phaser, robot en rol.
2) Beat-keuzetoetsen
U kunt de effecttijd automatisch instellen gekoppeld aan de BPM.
Tevens is selectie van de gewenste BPM voor het synchroniseren van
de beat-effecten mogelijk.
3)
In-loop sampler
Detecteert de BPM van de huidige track en kan tot vijf 4-beat-bronnen
in banken opnemen, voor weergave van een loop op de maat van de
BPM van de track.
4
2 MIC ingangen, met omschakelfunctie naar AUX
Uitgerust met 2 MIC ingangen die naar AUX omgeschakeld kunnen
worden voor gebruik als een derde LINE ingang.
5
Automatische talk-over functie
De automatische talk-over functie zorgt ervoor dat het volume van de
track automatisch verminderd wordt wanneer er een microfoonsignaal
binnenkomt.
6
Andere hoogtepunten
Door dit apparaat met behulp van een bedieningssignaalkabel op
een Pioneer CD-speler voor DJ-gebruik aan te sluiten, kan het
afspelen op de CD-speler gekoppeld worden aan de bediening
van de fader (
faderstart-weergave
).
Fadercurve afstelling
functie voor het wijzigen van de
kruisfadercurve.
Automatische BPM teller
geeft een visuele weergave van het
tempo van de track.
Automatische meeluisterfunctietoewijzing voor het toewijzen van
de kanaalinvoer en de hoofduitvoer aan het linker en rechter
kanaal van de meeluister-hoofdtelefoon.
Uitgebreide ingangs-/uitgangssystemen. Voorzien van twee CD
ingangen, twee LINE/PHONO (MM-type) ingangen en twee
microfooningangen voor een totaal van zes ingangssystemen,
samen met twee uitgangssystemen.
KENMERKEN
TECHNISCHE GEGEVENS
1. Algemeen
Stroomvoorziening
............
220 V tot 240 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz
Stroomverbruik
.............................................................................
13 W
Bedrijfstemperatuur
.....................................................
+5
°
C tot +35
°
C
Bedrijfsvochtigheid
.......................
5 % tot 85 % (zonder condensatie)
Gewicht
........................................................................................
3,2 kg
Maximale afmetingen
...................
223 (B)
×
304,7 (D)
×
106,6 (H) mm
2. Audiogedeelte
Bemonsteringsfrequentie
...........................................................
96 kHz
A/D, D/A-omzetter
........................................................................
24 bit
Frequentiebereik
LINE
........................................................................
20 Hz tot 20 kHz
MIC
.........................................................................
20 Hz tot 20 kHz
PHONO
........................................................
20 Hz tot 20 kHz (RIAA)
S/R-verhouding (bij nomimaal vermogen)
LINE
.........................................................................................
97 dB
PHONO
....................................................................................
82 dB
MIC
..........................................................................................
78 dB
Vervorming (LINE-MASTER OUT)
...........................................
0,007 %
Ingangsniveau/impedantie
PHONO
......................................................................
52 dBu/47 k
MIC 1, MIC 2
.............................................................
52 dBu/47 k
CD, LINE
....................................................................
12 dBu/47 k
Uitgangsniveau/impedantie
MASTER OUT
............................................................
+2 dBu/10 k
PHONES
......................................................................
+ 2 dBu/32
Overspraak (LINE)
........................................................................
78 dB
Kanaal-equalizerverloop (isolator)
HI
....................................................................
+9 dB tot
(13 kHz)
MID
...................................................................
+9 dB tot
(1 kHz)
LOW
..................................................................
+9 dB tot
(70 Hz)
Microfoon-equalizerverloop
HI
.....
12 dB
(volledig linksom gedraaid) tot 0 dB (midden) (10 kHz)
LOW ...
12 dB
(volledig rechtsom gedraaid) tot 0 dB (midden) (100 Hz)
3. Ingangs-/uitgangsaansluitingen
PHONO/LINE ingangsaansluitingen
RCA tulpstekkerbussen
..................................................................
2
CD ingangsaansluitingen
RCA tulpstekkerbussen
..................................................................
2
MIC/AUX ingangsaansluitingen
Klinkstekkerbussen (
Ø
6,3 mm)
......................................................
2
MASTER uitgangsaansluitingen
RCA tulpstekkerbussen
..................................................................
2
PHONES aansluitingen
Stereo hoofdtelefoonaansluiting (
Ø
6,3 mm)
................................
1
CONTROL aansluitingen
Mini-klinkstekkerbussen (
Ø
3,5 mm)
..............................................
2
4. Accessoires
Gebruiksaanwijzing
.............................................................................
1
Netsnoer
...............................................................................................
1
Wijzigingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden,
zonder voorafgaande kennisgeving.
WAARSCHUWINGEN
I.V.M. HET GEBRUIK
..........
52
TECHNISCHE GEGEVENS
........................................
53
KENMERKEN
.............................................................
53
VOOR GEBRUIK
AANSLUITINGEN
......................................................
54
AANSLUITINGENPANEEL
..................................
54
AANSLUITEN VAN APPARATUUR OP DE
INGANGEN
...........................................................
55
AANSLUITEN VAN APPARATUUR OP DE
UITGANGEN
.........................................................
55
AANSLUITEN VAN HET NETSNOER
.................
55
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE
BEDIENINGSORGANEN
...........................................
56
BEDIENING
BEDIENING VAN HET MENGPANEEL
.....................
58
BASISBEDIENING
................................................
58
FADERSTARTFUNCTIE
.......................................
59
EFFECTFUNCTIES
.....................................................
60
TYPEN BEAT-EFFECTEN
.....................................
60
BEAT-EFFECTEN PRODUCEREN
........................
61
IN-LOOP SAMPLER
.............................................
61
EFFECTPARAMETERS
.........................................
62
OVERIG
VERHELPEN VAN STORINGEN
................................
63
BLOKSCHEMA
...........................................................
76