Pioneer DJM 400 Owner's Manual - Page 61

Beat-effecten Produceren, In-loop Sampler

Page 61 highlights

EFFECTFUNCTIES (BEAT-EFFECTEN PRODUCEREN/IN-LOOP SAMPLER) BEAT-EFFECTEN PRODUCEREN BEAT EFFECTS BPM AUTO 1 12 TAP 2 34 4 11 BEAT PITCH 8 21 ERASE 16 41 BEAT BANK FLANGER FILTER ECHO DELAY PHASER ROBOT ROLL IN-LOOP SAMPLER CH. SELECT 2 MIC 1 MASTER LEVEL/DEPTH MIN MAX ON/OFF 1 AUTO TAP 5 BEAT/PITCH -, + 4 BEAT/BANK =1(1/2) / 2(3/4) / 4(1/1) / 8(2/1) / 16(4/1) 2 =DELAY / ECHO / FILTER / FLANGER / PHASER / ROBOT / ROLL 3 CH. SELECT =1 / 2 / MIC / MASTER 6 LEVEL/DEPTH 7 ON/OFF Met de beat-effecten kunnen de effecttijden onmiddellijk gesynchroniseerd worden met de BPM (beats per minuut), waardoor zelfs tijdens live-uitvoeringen een groot scala aan effecten kan worden geproduceerd, synchroon met het huidige ritme. 1. Druk op de AUTO toets om de BPM (beats per minuut = tracksnelheid) meetmethode in te stellen. AUTO: De AUTO toets licht op en de BPM van het ingangsgeluid wordt automatisch gemeten. TAP: De BPM wordt handmatig ingevoerd door tikken op de TAP toets. De indicator van de AUTO toets licht niet op. ¶ Bij het inschakelen van het apparaat komt de functie in de [AUTO] stand te staan. ¶ Als de BPM van een track niet automatisch gedetecteerd kan worden, zal de BPM teller van het display knipperen. ¶ Het effectieve bereik in de AUTO stand is 70 tot 180 BPM. Het is mogelijk dat bij sommige tracks geen nauwkeurige meting kan worden uitgevoerd. In dit geval kunt u de TAP functie gebruiken voor het handmatig invoeren van de BPM. [Gebruik van de TAP toets voor het handmatig invoeren van de BPM] Als tweemaal of vaker op de TAP toets wordt gedrukt, synchroon met de beat (1/4 noten), zal de BPM worden opgenomen als de gemiddelde waarde die gedurende dat interval is vastgesteld. ¶ Wanneer de BPM functie is ingesteld op [AUTO], zal bij tikken op de TAP toets de BPM functie overschakelen naar de TAP functie en wordt het interval gemeten waarop de TAP toets wordt ingedrukt. ¶ Als de BPM via de TAP toets wordt ingesteld, wordt het beatveelvoud "1/1" of "4/1" (afhankelijk van het gekozen effect), en de tijd voor 1 beat (1/4 noten) of 4 beats wordt als de effecttijd ingesteld. [Gebruik van de BEAT/PITCH toetsen voor het handmatig invoeren van de BPM] Door op de BEAT/PITCH toetsen (-, +) te drukken terwijl u de TAP toets ingedrukt houdt, kan de BPM worden veranderd. ¶ De BPM kan worden ingesteld tussen 40 en 999, in eenheden van 1 stapje. 2. Zet de effectkeuzeschakelaar op een effect, met uitzondering van [IN-LOOP SAMPLER]. ¶ Zie blz. 60 voor verdere informatie over de diverse effecten. 3. Zet de effectkanaal-keuzeschakelaar op het kanaal waarop u het effect wilt toepassen. ¶ Als [MIC] wordt gekozen, zal het effect op microfoon 1 en microfoon 2 worden toegepast. 4. Druk op een van de BEAT/BANK toetsen om de beat te kiezen waarmee u het effect wilt synchroniseren. ¶ U kunt kiezen uit [1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1] of [1, 2, 4, 8, 16]. (Het veelvoud verschilt afhankelijk van het effect. Zie blz. 60 voor verdere informatie.) ¶ De gekozen toets licht op. ¶ De effecttijd die correspondeert met het beat-veelvoud wordt automatisch ingesteld. Voorbeeld: Bij BPM=120 1/1 = 500 ms 1/2 = 250 ms 2/1 = 1 000 ms 5. Druk op de BEAT/PITCH toetsen (-, +) om het beat-veelvoud te kiezen waarmee u de effecten wilt synchroniseren. ¶ Wanneer op [+] wordt gedrukt, wordt de beat die berekend is op basis van de BPM verdubbeld en wanneer op [-] wordt gedrukt, wordt de beat die berekend is op basis van de BPM gehalveerd. ¶ Als de tijdparameter binnen het bereik ligt dat berekend is op basis van de BPM, licht de BEAT/BANK toets die met die waarde correspondeert op. Wanneer de parameter tussen twee beatwaarden in ligt, zullen beide BEAT/BANK toetsen knipperen. Als de waarde minder dan 1/2 (1) is, zal de 1/2(1) toets knipperen en als de waarde meer dan 4/1 (16) is, zal de 4/1(16) toets knipperen. ¶ Als tijdens gebruik van de [DELAY], [ECHO] of [ROLL] effecten de [-], [+] toetsen gebruikt worden voor het verschuiven van het veelvoud, zal de "3/4" waarde worden overgeslagen. Het 3/4 veelvoud kan echter gekozen worden door rechtstreeks op de 3/4 toets te drukken. 6. Draai aan de LEVEL/DEPTH regelaar om de kwantitatieve parameter voor het gekozen effect in te stellen. ¶ Zie blz. 62 tot 63 voor details betreffende het effect van de bediening van de regelaar op de parameter. 7. Zet de ON/OFF toets op ON om het gekozen effect in te schakelen. ¶ Bij enkele malen indrukken van de toets wordt het effect beurtelings in/uitgeschakeld. (Bij het inschakelen van het apparaat komt deze functie op OFF te staan.) ¶ De ON/OFF toets knippert wanneer het effect op ON staat. IN-LOOP SAMPLER BEAT EFFECTS BPM AUTO 1 12 TAP 2 34 4 11 BEAT PITCH 8 21 ERASE 16 41 BEAT BANK FLANGER FILTER ECHO DELAY PHASER ROBOT ROLL IN-LOOP SAMPLER CH. SELECT 2 MIC 1 MASTER LEVEL/DEPTH MIN MAX ON/OFF 3 AUTO TAP ERASE 6 BEAT/PITCH -, + 58 BEAT/BANK 1 =IN-LOOP SAMPLER 2 CH. SELECT =1 / 2 / MIC / MASTER 7 LEVEL/DEPTH 4 ON/OFF 61 Du Nederlands

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76

61
<DRB1404>
Du
Nederlands
EFFECTFUNCTIES (BEAT-EFFECTEN PRODUCEREN/IN-LOOP SAMPLER)
BEAT-EFFECTEN PRODUCEREN
Met de beat-effecten kunnen de effecttijden onmiddellijk
gesynchroniseerd worden met de BPM (beats per minuut), waardoor
zelfs tijdens live-uitvoeringen een groot scala aan effecten kan
worden geproduceerd, synchroon met het huidige ritme.
1. Druk op de AUTO toets om de BPM (beats per minuut =
tracksnelheid) meetmethode in te stellen.
AUTO:
De
AUTO
toets licht op en de BPM van het ingangsgeluid
wordt automatisch gemeten.
TAP:
De BPM wordt handmatig ingevoerd door tikken op de
TAP
toets. De indicator van de
AUTO
toets licht niet op.
Bij het inschakelen van het apparaat komt de functie in de
[
AUTO
] stand te staan.
Als de BPM van een track niet automatisch gedetecteerd kan
worden, zal de BPM teller van het display knipperen.
Het effectieve bereik in de AUTO stand is 70 tot 180 BPM.
Het is mogelijk dat bij sommige tracks geen nauwkeurige
meting kan worden uitgevoerd.
In dit geval kunt u de TAP functie gebruiken voor het
handmatig invoeren van de BPM.
[Gebruik van de TAP toets voor het handmatig
invoeren van de BPM]
Als tweemaal of vaker op de TAP toets wordt gedrukt,
synchroon met de beat (1/4 noten), zal de BPM worden
opgenomen als de gemiddelde waarde die gedurende dat
interval is vastgesteld.
Wanneer de BPM functie is ingesteld op [
AUTO
], zal bij tikken
op de
TAP
toets de BPM functie overschakelen naar de TAP
functie en wordt het interval gemeten waarop de
TAP
toets
wordt ingedrukt.
Als de BPM via de
TAP
toets wordt ingesteld, wordt het beat-
veelvoud
1/1
of
4/1
(afhankelijk van het gekozen effect),
en de tijd voor 1 beat (1/4 noten) of 4 beats wordt als de
effecttijd ingesteld.
[Gebruik van de BEAT/PITCH toetsen voor het
handmatig invoeren van de BPM]
Door op de BEAT/PITCH toetsen (
, +) te drukken terwijl u de
TAP toets ingedrukt houdt, kan de BPM worden veranderd.
De BPM kan worden ingesteld tussen 40 en 999, in eenheden
van 1 stapje.
MAX
MIN
BPM
AUTO
TAP
PITCH
ERASE
BEAT
1
34
11
21
41
12
2
4
8
16
DELAY
1
2
MIC
MASTER
FILTER
ECHO
FLANGER
PHASER
ROBOT
ROLL
IN-LOOP
SAMPLER
CH. SELECT
LEVEL/DEPTH
ON/OFF
BEAT EFFECTS
BANK
BEAT
2
3
6
7
1
5
4
AUTO
BEAT/BANK
=
1(1/2) / 2(3/4) / 4(1/1) / 8(2/1) / 16(4/1)
=
DELAY / ECHO / FILTER /
FLANGER / PHASER /
ROBOT / ROLL
TAP
BEAT/PITCH –, +
CH. SELECT
=
1 / 2 / MIC / MASTER
LEVEL/DEPTH
ON/OFF
2. Zet de effectkeuzeschakelaar op een effect, met
uitzondering van [IN-LOOP SAMPLER].
Zie blz. 60 voor verdere informatie over de diverse effecten.
3.
Zet de effectkanaal-keuzeschakelaar op het kanaal waarop
u het effect wilt toepassen.
Als [
MIC
] wordt gekozen, zal het effect op microfoon 1 en
microfoon 2 worden toegepast.
4. Druk op een van de BEAT/BANK toetsen om de beat te
kiezen waarmee u het effect wilt synchroniseren.
U kunt kiezen uit [
1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1
] of [
1, 2, 4, 8, 16
]. (Het
veelvoud verschilt afhankelijk van het effect. Zie blz. 60 voor
verdere informatie.)
De gekozen toets licht op.
De effecttijd die correspondeert met het beat-veelvoud wordt
automatisch ingesteld.
Voorbeeld: Bij BPM=120
1/1 = 500 ms
1/2 = 250 ms
2/1 = 1 000 ms
5.
Druk op de BEAT/PITCH toetsen (
, +) om het beat-veelvoud
te kiezen waarmee u de effecten wilt synchroniseren.
Wanneer op [
+
] wordt gedrukt, wordt de beat die berekend is op
basis van de BPM verdubbeld en wanneer op [
] wordt gedrukt,
wordt de beat die berekend is op basis van de BPM gehalveerd.
Als de tijdparameter binnen het bereik ligt dat berekend is op
basis van de BPM, licht de
BEAT/BANK
toets die met die waarde
correspondeert op. Wanneer de parameter tussen twee beat-
waarden in ligt, zullen beide
BEAT/BANK
toetsen knipperen. Als
de waarde minder dan 1/2 (1) is, zal de
1/2(1)
toets knipperen en
als de waarde meer dan 4/1 (16) is, zal de
4/1(16)
toets knipperen.
Als tijdens gebruik van de [
DELAY
], [
ECHO
] of [
ROLL
] effecten
de [
], [
+
] toetsen gebruikt worden voor het verschuiven van
het veelvoud, zal de
3/4
waarde worden overgeslagen. Het
3/4 veelvoud kan echter gekozen worden door rechtstreeks op
de
3/4
toets te drukken.
6.
Draai aan de LEVEL/DEPTH regelaar om de kwantitatieve
parameter voor het gekozen effect in te stellen.
Zie blz. 62 tot 63 voor details betreffende het effect van de
bediening van de regelaar op de parameter.
7. Zet de ON/OFF toets op ON om het gekozen effect in te
schakelen.
Bij enkele malen indrukken van de toets wordt het effect
beurtelings in/uitgeschakeld. (Bij het inschakelen van het
apparaat komt deze functie op
OFF
te staan.)
De
ON/OFF
toets knippert wanneer het effect op ON staat.
IN-LOOP SAMPLER
MAX
MIN
BPM
AUTO
TAP
PITCH
ERASE
BEAT
1
34
11
21
41
12
2
4
8
16
DELAY
1
2
MIC
MASTER
FILTER
ECHO
FLANGER
PHASER
ROBOT
ROLL
IN-LOOP
SAMPLER
CH. SELECT
LEVEL/DEPTH
ON/OFF
BEAT EFFECTS
BANK
BEAT
1
2
3
8
6
5
AUTO
CH. SELECT
=
1 / 2 / MIC / MASTER
7
LEVEL/DEPTH
=
IN-LOOP SAMPLER
TAP
BEAT/BANK
ERASE
BEAT/PITCH
, +
4
ON/OFF