Brother International Innov-is 4750D Instruction Manual for Bobbin work - Page 47

Houd de draden aan de achterkant van de

Page 47 highlights

h Lijn de bovendraad en de onderdraad uit en leid deze vervolgens onder de persvoet naar de achterkant van de machine. m Houd de draden aan de achterkant van de machine losjes vast, draai het handwiel om de naald opnieuw door het gepriemde gat te leiden en zet vervolgens de persvoethendel omlaag. NEDERLANDS i Schakel de machine in. j Selecteer een steek. Memo • Voor een optimaal resultaat selecteert u een langere steeklengte en bredere steekbreedte. Naar gelang de geselecteerde steek is het misschien niet mogelijk om de instellingen voor steeklengte en steekbreedte te wijzigen. Meer bijzonderheden over het aanpassen van de steeklengte en steekbreedte vindt u in de Bedieningshandleiding van de machine. • Afhankelijk van de stof worden de steken mogelijk te dicht op elkaar genaaid. We adviseren u een eenvoudige steek te selecteren en enkele proefsteken te naaien om het naairesultaat te controleren. Voorbeelden van eenvoudige steken: , , n Selecteer een lage snelheid, houd de draden losjes achter de persvoet en begin met naaien. U kunt de draden loslaten nadat u enkele steken hebt genaaid. k Pas de bovendraadspanning aan. Meer bijzonderheden over het aanpassen van de bovendraadspanning vindt u in de Bedieningshandleiding van de machine. Memo We adviseren een hogere bovendraadspanning dan de standaardinstelling. l Als uw machine is uitgerust met de functies automatisch draadknippen en automatische achteruit/verstevigingssteken, zorg dan dat de beide functies zijn uitgeschakeld. VOORZICHTIG • Zorg dat automatisch draadknippen is uitgeschakeld voordat u gaat naaien. Als u gaat naaien terwijl automatisch draadknippen is ingeschakeld, kan de draad verstrikt raken of de machine beschadigd raken. Opmerking • Controleer voordat u gaat naaien of er voldoende draad in de spoel zit. o Wanneer u het eind van het stikgebied bereikt, stopt u de machine. Opmerking • Naai geen verstevigingssteken/achteruitsteken aan het eind van het stiksel, anders kunnen de draden verstrikt raken of kan de naald breken. Bovendien is het moeilijk om de onderdraad omhoog te trekken naar de achterkant van de stof. p Zet de naald en persvoethendel omhoog. 9

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88

9
NEDERLANDS
h
Lijn de bovendraad en de onderdraad uit en
leid deze vervolgens onder de persvoet naar
de achterkant van de machine.
i
Schakel de machine in.
j
Selecteer een steek.
k
Pas de bovendraadspanning aan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen van de
bovendraadspanning vindt u in de
Bedieningshandleiding van de machine.
l
Als uw machine is uitgerust met de functies
automatisch draadknippen en automatische
achteruit/verstevigingssteken, zorg dan dat de
beide functies zijn uitgeschakeld.
m
Houd de draden aan de achterkant van de
machine losjes vast, draai het handwiel om de
naald opnieuw door het gepriemde gat te
leiden en zet vervolgens de persvoethendel
omlaag.
n
Selecteer een lage snelheid, houd de draden
losjes achter de persvoet en begin met naaien.
U kunt de draden loslaten nadat u enkele
steken hebt genaaid.
o
Wanneer u het eind van het stikgebied
bereikt, stopt u de machine.
p
Zet de naald en persvoethendel omhoog.
Memo
Voor een optimaal resultaat selecteert u een langere
steeklengte en bredere steekbreedte. Naar gelang
de geselecteerde steek is het misschien niet
mogelijk om de instellingen voor steeklengte en
steekbreedte te wijzigen. Meer bijzonderheden over
het aanpassen van de steeklengte en steekbreedte
vindt u in de Bedieningshandleiding van de
machine.
Afhankelijk van de stof worden de steken mogelijk te
dicht op elkaar genaaid. We adviseren u een
eenvoudige steek te selecteren en enkele
proefsteken te naaien om het naairesultaat te
controleren.
Voorbeelden van eenvoudige steken:
,
,
Memo
We adviseren een hogere bovendraadspanning dan
de standaardinstelling.
VOORZICHTIG
Zorg dat automatisch draadknippen is uitgeschakeld
voordat u gaat naaien. Als u gaat naaien terwijl
automatisch draadknippen is ingeschakeld, kan de
draad verstrikt raken of de machine beschadigd
raken.
Opmerking
Controleer voordat u gaat naaien of er voldoende
draad in de spoel zit.
Opmerking
Naai geen verstevigingssteken/achteruitsteken aan
het eind van het stiksel, anders kunnen de draden
verstrikt raken of kan de naald breken. Bovendien is
het moeilijk om de onderdraad omhoog te trekken
naar de achterkant van de stof.