Brother International Innov-is 4750D Instruction Manual for Bobbin work - Page 48

Draaduiteinden afwerken, Vrij werken met de spoel

Page 48 highlights

q Knip de draden met een schaar af en laat hierbij ongeveer 10 cm (ca. 4 inch) draad aan de uiteinden over. b Knoop aan de achterkant van de stof de bovendraad en de onderdraad met de hand aan elkaar en knip overtollige draden af met een schaar. a 10 cm (ca. 4 inch) Opmerking • Naai geen achteruit/verstevigingssteken en gebruik niet de "Draadkniptoets" (als de machine daarmee is uitgerust) aan het eind van het stiksel. Anders is het moeilijk om de onderdraad naar de achterkant van de stof te trekken. Bovendien kunnen de draden verward raken of kan de naald breken en mogelijk schade veroorzaken aan de machine. Draaduiteinden afwerken a Aan het eind van het stiksel trekt u het uiteinde van de onderdraad omhoog naar de achterkant van de stof. a Achterkant van de stof b Onderdraad Opmerking • Als het moeilijk is om de onderdraad naar boven te trekken, gebruikt u een borduurnaald om de draad omhoog te trekken naar de achterkant van de stof. U kunt ook een priem gebruiken om de onderdraad naar boven te trekken. a Achterkant van de stof b Voorkant van de stof Opmerking • Breng een druppeltje textiellijm aan op de knoopjes om te voorkomen dat de draden losraken. c Als u niet de gewenste resultaten behaalt, kunt u de spanning van de onderdraad en van de bovendraad aanpassen en het stiksel vervolgens opnieuw naaien. Meer bijzonderheden vindt u in "Draadspanning aanpassen" op pagina 11. Vrij werken met de spoel Opmerking • Voor vrij werken met de spoel, zie de aanwijzingen voor "Werken met de spoel" vanaf pagina 8. • Gebruik de quiltvoet die is geleverd bij uw machine. Als u geen quiltvoet hebt, koop er dan een bij de dichtstbijzijnde erkende dealer. Voor bijzonderheden over het gebruik van de quiltvoet, zie de Bedieningshandleiding die is geleverd bij uw machine of bij de persvoet. Desgewenst kunt u een sjabloon gebruiken of uw ontwerp om de steunstof tekenen om gemakkelijk te kunnen naaien. Uw steken met uw decoratieve draad zitten op de onderkant van uw stof, en de steunstof op de achterkant van uw stof. a Druk het gewenste sjabloon af. Opmerking • Druk het sjabloon af in de oorspronkelijke afmetingen. Als u een vergroot sjabloon gebruikt, kan de onderdraad tijdens het naaien op raken. 10

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88

10
q
Knip de draden met een schaar af en laat
hierbij ongeveer 10 cm (ca. 4 inch) draad aan
de uiteinden over.
a
10 cm (ca. 4 inch)
Draaduiteinden afwerken
a
Aan het eind van het stiksel trekt u het
uiteinde van de onderdraad omhoog naar de
achterkant van de stof.
a
Achterkant van de stof
b
Onderdraad
b
Knoop aan de achterkant van de stof de
bovendraad en de onderdraad met de hand
aan elkaar en knip overtollige draden af met
een schaar.
a
Achterkant van de stof
b
Voorkant van de stof
c
Als u niet de gewenste resultaten behaalt,
kunt u de spanning van de onderdraad en van
de bovendraad aanpassen en het stiksel
vervolgens opnieuw naaien.
Meer bijzonderheden vindt u in “Draadspanning
aanpassen” op pagina 11.
Vrij werken met de spoel
Desgewenst kunt u een sjabloon gebruiken of uw
ontwerp om de steunstof tekenen om gemakkelijk te
kunnen naaien. Uw steken met uw decoratieve draad
zitten op de onderkant van uw stof, en de steunstof op
de achterkant van uw stof.
a
Druk het gewenste sjabloon af.
Opmerking
Naai geen achteruit/verstevigingssteken en gebruik
niet de “Draadkniptoets” (als de machine daarmee is
uitgerust) aan het eind van het stiksel. Anders is het
moeilijk om de onderdraad naar de achterkant van
de stof te trekken. Bovendien kunnen de draden
verward raken of kan de naald breken en mogelijk
schade veroorzaken aan de machine.
Opmerking
Als het moeilijk is om de onderdraad naar boven te
trekken, gebruikt u een borduurnaald om de draad
omhoog te trekken naar de achterkant van de stof.
U kunt ook een priem gebruiken om de onderdraad
naar boven te trekken.
Opmerking
Breng een druppeltje textiellijm aan op de knoopjes
om te voorkomen dat de draden losraken.
Opmerking
Voor vrij werken met de spoel, zie de aanwijzingen
voor “Werken met de spoel” vanaf pagina 8.
Gebruik de quiltvoet die is geleverd bij uw machine.
Als u geen quiltvoet hebt, koop er dan een bij de
dichtstbijzijnde erkende dealer. Voor
bijzonderheden over het gebruik van de quiltvoet,
zie de Bedieningshandleiding die is geleverd bij uw
machine of bij de persvoet.
Opmerking
Druk het sjabloon af in de oorspronkelijke
afmetingen. Als u een vergroot sjabloon gebruikt,
kan de onderdraad tijdens het naaien op raken.