Brother International Innov-is 4750D Instruction Manual for Bobbin work - Page 49

Draadspanning aanpassen

Page 49 highlights

b Bevestig de steunstof aan de achterkant van de stof. c Plaats overtrekpapier (in de winkel verkrijgbaar) op de steunstof, en daarop het papier waarop het sjabloon is afgedrukt. Trek het ontwerp over met een potlood. a Draai niet aan de kruiskopschroef (+). b Aanpassen met de kleine schroevendraaier. Als u de onderdraadspanning wilt verhogen, draait u de sleufschroef (-) 30° tot 45° met de klok mee. NEDERLANDS a Sjabloon b Overtrekpapier c Steunstof op achterkant van de stof Opmerking • Sommige sjablonen hebben pijlen om u de naairichting te laten zien. Trek ook de pijlen over als u het ontwerp overtrekt. d Als u het ontwerp hebt overgetrokken op de steunstof, plaatst u de stof onder een vrije persvoet op de machine. Vervolgens naait u het ontwerp. Draadspanning aanpassen Nadat u een proeflapje hebt genaaid en de naairesultaten hebt gecontroleerd, past u zo nodig de draadspanningen aan. Nadat u de spanningen hebt aangepast, naait u opnieuw enkele proefsteken om de naairesultaten te controleren. ■ Bovendraadspanning aanpassen We adviseren een hogere bovendraadspanning dan de standaardinstelling. Uitvoerige aanwijzingen vindt u in de Bedieningshandleiding van de machine. ■ Onderdraadspanning aanpassen Als u niet de gewenste resultaten behaalt nadat u de bovendraadspanning hebt aangepast, kunt u de onderdraadspanning aanpassen. U kunt de onderdraadspanning aanpassen door de sleufkopschroef (-) op het spoelhuis (grijs) te draaien voor werken met de spoel. Als u de onderdraadspanning wilt verlagen, draait u de sleufschroef (-) 30° tot 45° tegen de klok in. Opmerking • Wanneer u de schroef op het spoelhuis (grijs) draait, wordt de veerplaat mogelijk omhoog geduwd, zoals hieronder aangegeven. Duw dan de veerplaat met de schroevendraaier zachtjes naar beneden zodat het onder het bovenvlak van het spoelhuis (grijs) valt. Plaats vervolgens het spoelhuis in de machine. a Veerplaat 11

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88

11
NEDERLANDS
b
Bevestig de steunstof aan de achterkant van
de stof.
c
Plaats overtrekpapier (in de winkel
verkrijgbaar) op de steunstof, en daarop het
papier waarop het sjabloon is afgedrukt. Trek
het ontwerp over met een potlood.
a
Sjabloon
b
Overtrekpapier
c
Steunstof op achterkant van de stof
d
Als u het ontwerp hebt overgetrokken op de
steunstof, plaatst u de stof onder een vrije
persvoet op de machine. Vervolgens naait u
het ontwerp.
Draadspanning aanpassen
Nadat u een proeflapje hebt genaaid en de
naairesultaten hebt gecontroleerd, past u zo nodig de
draadspanningen aan. Nadat u de spanningen hebt
aangepast, naait u opnieuw enkele proefsteken om de
naairesultaten te controleren.
Bovendraadspanning aanpassen
We adviseren een hogere bovendraadspanning dan de
standaardinstelling.
Uitvoerige aanwijzingen vindt u in de
Bedieningshandleiding van de machine.
Onderdraadspanning aanpassen
Als u niet de gewenste resultaten behaalt nadat u de
bovendraadspanning hebt aangepast, kunt u de
onderdraadspanning aanpassen. U kunt de
onderdraadspanning aanpassen door de
sleufkopschroef (–) op het spoelhuis (grijs) te draaien
voor werken met de spoel.
a
Draai niet aan de kruiskopschroef (+).
b
Aanpassen met de kleine schroevendraaier.
Als u de onderdraadspanning wilt verhogen, draait u de
sleufschroef (–) 30° tot 45° met de klok mee.
Als u de onderdraadspanning wilt verlagen, draait u de
sleufschroef (–) 30° tot 45° tegen de klok in.
Opmerking
Sommige sjablonen hebben pijlen om u de
naairichting te laten zien. Trek ook de pijlen over als
u het ontwerp overtrekt.
Opmerking
Wanneer u de schroef op het spoelhuis (grijs) draait,
wordt de veerplaat mogelijk omhoog geduwd, zoals
hieronder aangegeven.
Duw dan de veerplaat met de schroevendraaier
zachtjes naar beneden zodat het onder het
bovenvlak van het spoelhuis (grijs) valt. Plaats
vervolgens het spoelhuis in de machine.
a
Veerplaat