Konica Minolta AccurioPrint 2100 GBC Binder G1 User Manual - Page 106

BINDER G1, instelling van de afbuigplaat en de uitlijning, Instelling van de uitlijning

Page 106 highlights

E. BINDER G1 instelling van de afbuigplaat en de uitlijning Wanneer de timing van de afbuigplaat of uitlijninstellingen van de BINDER G1 niet goed zijn, dan zal de afbuigplaat vellen omlaag duwen op de open draad wanneer de gaten niet in lijn zijn met de draad. Dit resulteert in niet-ingehaakte vellen en beschadigd papier rondom de gaten. Als u deze niet-ingehaakte vellen bestudeert, ziet u welke instellingen u moet verrichten. Verwijder de niet-ingehaakte vellen uit de lade en keer ze met de zijde van de lade omhoog. Kijk goed naar elke perforatie en let op beschadiging. Wanneer er tussen twee gaten een beschadiging zit, dan betekent dit dat de uitlijning verkeerd is. Als de beschadiging naast een gat zit, dan betekent dit dat de timing van de afbuigplaat verkeerd is. Hieronder ziet u voorbeelden van beide gevallen met instructies over hoe u dit kunt corrigeren. Het is mogelijk dat zowel uw afbuigplaat als de uitlijning moet worden bijgesteld. Als dit het geval is, dan ziet u markeringen diagonaal ten opzichte van de gaten. Opmerking: Voordat u de instellingen van de afbuigplaat of de uitlijning wijzigt, moet u eerst noteren wat de huidige instellingen zijn. Als u het probleem van niet-ingehaakte vellen niet kunt oplossen, zet de waarden dan terug naar de oorspronkelijke instellingen. Instelling van de afbuigplaat WIRE BINDER G1 NL Nadat u de instelling van de afbuigplaat heeft gewijzigd, voert u een test uit met de nieuwe timing van de afbuigplaat. Als er nog steeds vellen niet zijn ingehaakt, meet de markering van de haak dan opnieuw en stel de instelling dienovereenkomstig bij. Herhaal deze procedure totdat er geen markeringen meer zijn aan weerszijden van de perforatie. Instelling van de uitlijning Wanneer de markering aan de linkerzijde van de perforatie verschijnt (wanneer we het vel bekijken aan de zijde waarop het in de lade ligt en in de hierboven weergegeven richting) dan moet u de uitlijningswaarden verhogen. Meet de afstand van het midden van de markering tot het midden van de perforatie en verhoog de uitlijningswaarde dienovereenkomstig. Wanneer u indrukken van het element tussen de perforatie en de rand van het vel ziet, moet u de waarde van de afbuigplaat verminderen. Meet de afstand van de markering tot het midden van het gat en verminder de waarde van de afbuigplaat dienovereenkomstig. Wanneer u indrukken van het element tussen de perforatie en het te bedrukken deel van het vel ziet, moet u de waarde van de afbuigplaat verhogen. Meet de afstand van de markering tot het midden van het gat en verhoog de waarde van de afbuigplaat dienovereenkomstig. Wanneer de markering aan de rechterzijde van de perforatie verschijnt (wanneer we het vel bekijken aan de zijde waarop het in de lade ligt en in de hierboven weergegeven richting) dan moet u de uitlijningswaarden verlagen. Meet de afstand van het midden van de markering tot het midden van de perforatie en verlaag de uitlijningswaarde dienovereenkomstig. Nadat u de instelling van de uitlijning heeft gewijzigd, voert u een test uit met de nieuwe uitlijningswaarde. Als er nog steeds vellen niet zijn ingehaakt, meet de markering van de haak dan opnieuw en stel de instelling dienovereenkomstig bij. Herhaal deze procedure totdat er geen markeringen meer tussen de gaten zijn. 106

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160

106
NL
WIRE BINDER G1
E.
BINDER G1
instelling van de afbuigplaat en de uitlijning
Wanneer de timing van de afbuigplaat of uitlijninstellingen van de
BINDER G1
niet goed zijn, dan zal de afbuigplaat vellen omlaag
duwen op de open draad wanneer de gaten niet in lijn zijn met de
draad. Dit resulteert in niet-ingehaakte vellen en beschadigd papier
rondom de gaten. Als u deze niet-ingehaakte vellen bestudeert, ziet u
welke instellingen u moet verrichten.
Verwijder de niet-ingehaakte vellen uit de lade en keer ze met de zijde
van de lade omhoog. Kijk goed naar elke perforatie en let op
beschadiging. Wanneer er tussen twee gaten een beschadiging zit,
dan betekent dit dat de uitlijning verkeerd is. Als de beschadiging naast
een gat zit, dan betekent dit dat de timing van de afbuigplaat verkeerd
is. Hieronder ziet u voorbeelden van beide gevallen met instructies
over hoe u dit kunt corrigeren. Het is mogelijk dat zowel uw afbuigplaat
als de uitlijning moet worden bijgesteld. Als dit het geval is, dan ziet u
markeringen diagonaal ten opzichte van de gaten.
Opmerking:
Voordat u de instellingen van de afbuigplaat of de
uitlijning wijzigt, moet u eerst noteren wat de huidige instellingen zijn.
Als u het probleem van niet-ingehaakte vellen niet kunt oplossen, zet
de waarden dan terug naar de oorspronkelijke instellingen.
Instelling van de afbuigplaat
Wanneer u indrukken van het element tussen de perforatie en de rand
van het vel ziet, moet u de waarde van de afbuigplaat verminderen. Meet
de afstand van de markering tot het midden van het gat en verminder de
waarde van de afbuigplaat dienovereenkomstig.
Wanneer u indrukken van het element tussen de perforatie en het te
bedrukken deel van het vel ziet, moet u de waarde van de afbuigplaat
verhogen. Meet de afstand van de markering tot het midden van het gat
en verhoog de waarde van de afbuigplaat dienovereenkomstig.
Nadat u de instelling van de afbuigplaat heeft gewijzigd, voert u een test
uit met de nieuwe timing van de afbuigplaat. Als er nog steeds vellen
niet zijn ingehaakt, meet de markering van de haak dan opnieuw en stel
de instelling dienovereenkomstig bij. Herhaal deze procedure totdat er
geen markeringen meer zijn aan weerszijden van de perforatie.
Instelling van de uitlijning
Wanneer de markering aan de linkerzijde van de perforatie verschijnt
(wanneer we het vel bekijken aan de zijde waarop het in de lade ligt en
in de hierboven weergegeven richting) dan moet u de uitlijningswaarden
verhogen. Meet de afstand van het midden van de markering tot het
midden
van
de
perforatie
en
verhoog
de
uitlijningswaarde
dienovereenkomstig.
Wanneer de markering aan de rechterzijde van de perforatie verschijnt
(wanneer we het vel bekijken aan de zijde waarop het in de lade ligt en
in de hierboven weergegeven richting) dan moet u de uitlijningswaarden
verlagen. Meet de afstand van het midden van de markering tot het
midden
van
de
perforatie
en
verlaag
de
uitlijningswaarde
dienovereenkomstig.
Nadat u de instelling van de uitlijning heeft gewijzigd, voert u een test uit
met de nieuwe uitlijningswaarde. Als er nog steeds vellen niet zijn
ingehaakt, meet de markering van de haak dan opnieuw en stel de
instelling dienovereenkomstig bij. Herhaal deze procedure totdat er
geen markeringen meer tussen de gaten zijn.