Kyocera KM-3035 IB-2x Quick Configuration Guide Rev 2.2 - Page 123

Codering, Automatische configuratie IB-22, Bevestiging van een succesvolle verbinding

Page 123 highlights

Infrastructure (Infrastructuur): Er worden één of meer toegangspunten (ook basisstations genoemd) gebruikt om een draadloos netwerk te maken. Hiermee kan het draadloze netwerk ook op een bekabeld netwerk worden aangesloten. 802.11 Ad hoc : Een directe verbinding tussen draadloze apparatuur zonder gebruik van een toegangspunt. Bij deze methode wordt de Service Set Identification (SSID) gebruikt. De SSID fungeert als logische netwerkidentificatie. Ad hoc: Een directe verbinding tussen draadloze apparatuur zonder gebruik van een toegangspunt. Bij deze methode wordt de SSID niet gebruikt. Automatic (Automatisch): Een van de bovenstaande methoden wordt automatisch waargenomen. Dit is de standaardinstelling voor de IB-22. Codering Wired Equivalent Privacy (WEP) is een beveiligingsprotocol dat is bedoeld voor het draadloos verstrekken van gegevens met een beveiliging equivalent aan gegevens in een standaard bekabeld netwerk. WEP gebruikt 64 bits (ook wel 40 bits genoemd) of 128 bits codering. Beide worden door de IB-22 ondersteund. Automatische configuratie IB-22 De IB-22 neemt een draadloos 802.11b-netwerk automatisch waar en brengt automatisch een verbinding met het netwerk tot stand, tenzij: In het draadloze netwerk codering wordt gebruikt, of SSID-broadcasts zijn uitgeschakeld, of De PC en de IB-22 bij de Ad hoc-methode niet op hetzelfde kanaal zijn ingesteld, of Er meerdere onafhankelijke draadloze netwerken toegankelijk zijn (de IB-22 maakt dan mogelijk geen verbinding met het gewenste netwerk). Raadpleeg wanneer een van de bovenstaande situaties op uw netwerk van toepassing is, de paragraaf Configuratie in de IB-22-handleiding. Wanneer in uw netwerk de automatische configuratie kan worden gebruikt, hoeft u alleen te bevestigen dat de IB-22 met succes een verbinding heeft gemaakt. Bevestiging van een succesvolle verbinding Met DHCP: wanneer uw netwerk een DHCP-server heeft, drukt u een statuspagina af of controleert u het IP-adres op het bedieningspaneel om te bevestigen dat de IB-22 een IP-adres heeft opgehaald. Wanneer er een IP-adres is opgehaald, wordt de verbinding met het netwerk bevestigd. Zonder DHCP: Wanneer er geen DHCP-server aanwezig is, stelt u het IP-adres van de IB-22 in via het bedieningspaneel (zie instelling IP-adres via het bedieningspaneel van de printer) en maakt u een verbinding met de IB-22 via een browser, bijvoorbeeld http:// 192.168.10.240. Wanneer u met succes een verbinding met de browser tot stand heeft gebracht, wordt de verbinding met het netwerk bevestigd. Wanneer de verbinding met het netwerk is bevestigd, gaat u verder met de instelling van het IB-22protocol op dezelfde manier als bij een IB-2x. Raadpleeg hiervoor de bijbehorende paragrafen in deze handleiding. Wanneer de IB-22 geen verbinding kan maken met het netwerk, dient u de configuratie handmatig uit te voeren. In sommige gevallen is het wenselijk de IB-22 weer in de standaardfabrieksinstellingen te zetten. 124 Nederlands Nederlands

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204
  • 205

124
Nederlands
Nederlands
¾
Infrastructure (Infrastructuur):
Er worden één of meer toegangspunten (ook basisstations genoemd)
gebruikt om een draadloos netwerk te maken. Hiermee kan het draadloze netwerk ook op een
bekabeld netwerk worden aangesloten.
¾
802.11 Ad hoc :
Een directe verbinding tussen draadloze apparatuur zonder gebruik van een
toegangspunt. Bij deze methode wordt de Service Set Identification (SSID) gebruikt. De SSID
fungeert als logische netwerkidentificatie.
¾
Ad hoc:
Een directe verbinding tussen draadloze apparatuur zonder gebruik van een toegangspunt.
Bij deze methode wordt de SSID niet gebruikt.
¾
Automatic (Automatisch):
Een van de bovenstaande methoden wordt automatisch waargenomen.
Dit is de standaardinstelling voor de IB-22.
Codering
Wired Equivalent Privacy (WEP) is een beveiligingsprotocol dat is bedoeld voor het draadloos
verstrekken van gegevens met een beveiliging equivalent aan gegevens in een standaard bekabeld
netwerk.
WEP gebruikt 64 bits (ook wel 40 bits genoemd) of 128 bits codering. Beide worden door de IB-22
ondersteund.
Automatische configuratie IB-22
De IB-22 neemt een draadloos 802.11b-netwerk automatisch waar en brengt automatisch een
verbinding met het netwerk tot stand,
tenzij
:
¾
In het draadloze netwerk codering wordt gebruikt, of
¾
SSID-broadcasts zijn uitgeschakeld, of
¾
De PC en de IB-22 bij de Ad hoc-methode niet op hetzelfde kanaal zijn ingesteld, of
¾
Er meerdere onafhankelijke draadloze netwerken toegankelijk zijn (de IB-22 maakt dan mogelijk
geen verbinding met het gewenste netwerk).
Raadpleeg wanneer een van de bovenstaande situaties op uw netwerk van toepassing is, de paragraaf
Configuratie in de IB-22-handleiding.
Wanneer in uw netwerk de automatische configuratie kan worden gebruikt, hoeft u alleen te bevestigen
dat de IB-22 met succes een verbinding heeft gemaakt.
Bevestiging van een succesvolle verbinding
Met DHCP:
wanneer uw netwerk een DHCP-server heeft, drukt u een statuspagina af of controleert u het
IP-adres op het bedieningspaneel om te bevestigen dat de IB-22 een IP-adres heeft opgehaald.
Wanneer er een IP-adres is opgehaald, wordt de verbinding met het netwerk bevestigd.
Zonder DHCP:
Wanneer er geen DHCP-server aanwezig is, stelt u het IP-adres van de IB-22 in via het
bedieningspaneel (zie instelling IP-adres via het bedieningspaneel van de printer) en maakt u een
verbinding met de IB-22 via een browser, bijvoorbeeld http:// 192.168.10.240. Wanneer u met succes
een verbinding met de browser tot stand heeft gebracht, wordt de verbinding met het netwerk bevestigd.
Wanneer de verbinding met het netwerk is bevestigd, gaat u verder met de instelling van het IB-22-
protocol op dezelfde manier als bij een IB-2x. Raadpleeg hiervoor de bijbehorende paragrafen in deze
handleiding.
Wanneer de IB-22 geen verbinding kan maken met het netwerk, dient u de configuratie handmatig uit te
voeren. In sommige gevallen is het wenselijk de IB-22 weer in de standaardfabrieksinstellingen te zetten.