Karcher EWM 2 Operating instructions 1 - Page 38

Voorzichtig, Let Op

Page 38 highlights

persoon instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat en de daaruit resulterende gevaren begrijpen.  Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.  Kinderen moeten gecontroleerd worden om te garanderen dat ze niet met het apparaat spelen.  Houd het apparaat uit de buurt van kinderen zolang het ingeschakeld of niet afgekoeld is.  De reiniging en het gebruikersonderhoud moegen niet zonder toezicht door kinderen uitgevoerd worden.  Bedien of bewaar het apparaat overeenkomstig de beschrijving c.q. afbeelding! ṇ VOORZICHTIG  Zorg er vóór alle handelingen met of aan het apparaat voor dat het apparaat stabiel staat om ongevallen of beschadigingen door omvallen van het apparaat te vermijden.  Giet nooit oplosmiddelen, vloeistoffen die oplosmiddelen bevatten of onverdunde zuren (bijv. reinigingsmiddelen, benzine, verfverdunner en aceton) in het waterreservoir omdat deze stoffen materialen in het apparaat aantasten.  Laat het apparaat nooit zonder toezicht staan terwijl het in bedrijf is.  Lichaamsdelen (bijv. haar, vinger) uit de buurt van de roterende borstelwalsen houden.  Handen tijdens de reiniging van de vloerkop beschermen. Er bestaat gevaar voor letsel door puntige voorwerpen (bijv. splinters).  Verbindingskabel uit de buurt houden van hittebronnen, scherpe kanten, olie en bewegende apparaatonderdelen. LET OP  Schakel het apparaat alleen in als het verswateren het vuilwaterreservoir zijn geplaatst.  Met het apparaat mogen geen scherpe of grote voorwerpen (bijv. scherven, kiezelstenen, delen van speelgoed) worden opgenomen.  Geen azijnzuur, ontkalkingsmiddel, etherische olie of gelijkaardige stoffen in het verswaterreservoir doen. Let er ook op dat deze stoffen niet worden opgenomen.  Gebruik het apparaat alleen op harde vloeren met watervaste coating (bijv. gelakt parket, geëmailleerde tegels, linoleum).  Gebruik het apparaat niet voor de reiniging van tapijten en vloerbedekking.  Rijd met het apparaat niet over het vloerrooster van convectorverwarmingen. Het apparaat kan het uittredende water niet opnemen als het over het rooster rijdt.  Schakel het apparaat bij langere pauzes en na gebruik met de hoofdschakelaar/apparaatschakelaar uit en trek de netstekker van het oplaadapparaat los.  Gebruik het apparaat niet bij temperaturen onder 0 °C.  Het apparaat tegen regen beschermen. Niet buiten opslaan. Beschrijving apparaat 1 AAN/UIT-schakelaar 2 Handgreep 3 Handgreep beveiliging tegen schuren tegen de wand 4 Schoonwaterreservoir 5 Greep verswaterreservoir 6 Laadbus 7 Vuilwaterreservoir 8 Greep borstelwals 9 Borstelwalsen 10 Vloerkopafdekking 11 Vergrendeling vloerkopafdekking 12 Accu-indicatie 13 Laadapparaat met laadkabel 14 Parkeerstation 15 Opberging walsen 16 * Reinigingsmiddel 17 ** Reinigingsmiddel 18 ** Reinigingsmiddel 9 ** Borstelwalsen * EWM 2 ** EWM 2 Premium RM 536 RM 534 RM 536 2x 30 ml 30 ml 500 ml Montage LET OP Let erop dat de stroomkabel ononderbroken in de geleidingsrail ligt, voordat de handgreeprail wordt gemonteerd. Afbeelding  De stang van de handgreep tot de aanslag in het basisapparaat plaatsen tot ze hoorbaar vastklikt. Handgreepstang moet vast in het apparaat steken. Inbedrijfstelling Afbeelding  Plaats het apparaat in het parkeerstation zodat deze stabiel staat. Walsen monteren Afbeelding  Borstelwalsen tot de aanslag op de walshouder draaien.  Let erop dat de kleurindicaties op de binnenkant van de wals en de walshouder op het apparaat overeenkomen (blauw op blauw).  Controleer na de montage of de borstelwalsen stevig vastzitten. Laadproces Afbeelding  Sluit de laadkabel van het oplaadapparaat op de laadbus van het apparaat aan.  Netstekker van het oplaadapparaat in de contact- doos steken. Afbeelding  De led-controlelampjes geven de actuele laadtoe- stand van de accu aan.  Tijdens het laden van een volledig lege accu knip- peren alle 3 led-controlelampjes na elkaar van on- der naar boven. 38 NL - 8

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136
  • 137
  • 138
  • 139
  • 140
  • 141
  • 142
  • 143
  • 144
  • 145
  • 146
  • 147
  • 148
  • 149
  • 150
  • 151
  • 152
  • 153
  • 154
  • 155
  • 156
  • 157
  • 158
  • 159
  • 160
  • 161
  • 162
  • 163
  • 164
  • 165
  • 166
  • 167
  • 168
  • 169
  • 170
  • 171
  • 172
  • 173
  • 174
  • 175
  • 176
  • 177
  • 178
  • 179
  • 180
  • 181
  • 182
  • 183
  • 184
  • 185
  • 186
  • 187
  • 188
  • 189
  • 190
  • 191
  • 192
  • 193
  • 194
  • 195
  • 196
  • 197
  • 198
  • 199
  • 200
  • 201
  • 202
  • 203
  • 204
  • 205
  • 206
  • 207
  • 208
  • 209
  • 210
  • 211
  • 212
  • 213
  • 214
  • 215
  • 216
  • 217
  • 218
  • 219
  • 220
  • 221
  • 222
  • 223
  • 224
  • 225
  • 226
  • 227
  • 228
  • 229
  • 230
  • 231
  • 232
  • 233
  • 234
  • 235
  • 236
  • 237
  • 238
  • 239
  • 240
  • 241
  • 242
  • 243
  • 244
  • 245
  • 246
  • 247
  • 248

– 8
persoon instructies hebben gekregen over het ge-
bruik van het apparaat en de daaruit resulterende
gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Kinderen moeten gecontroleerd worden om te ga-
randeren dat ze niet met het apparaat spelen.
Houd het apparaat uit de buurt van kinderen zolang
het ingeschakeld of niet afgekoeld is.
De reiniging en het gebruikersonderhoud moegen
niet zonder toezicht door kinderen uitgevoerd wor-
den.
Bedien of bewaar het apparaat overeenkomstig de
beschrijving c.q. afbeelding!
²
VOORZICHTIG
Zorg er vóór alle handelingen met of aan het appa-
raat voor dat het apparaat stabiel staat om onge-
vallen of beschadigingen door omvallen van het
apparaat te vermijden.
Giet nooit oplosmiddelen, vloeistoffen die oplos-
middelen bevatten of onverdunde zuren (bijv. reini-
gingsmiddelen, benzine, verfverdunner en aceton)
in het waterreservoir omdat deze stoffen materia-
len in het apparaat aantasten.
Laat het apparaat nooit zonder toezicht staan ter-
wijl het in bedrijf is.
Lichaamsdelen (bijv. haar, vinger) uit de buurt van
de roterende borstelwalsen houden.
Handen tijdens de reiniging van de vloerkop be-
schermen. Er bestaat gevaar voor letsel door pun-
tige voorwerpen (bijv. splinters).
Verbindingskabel uit de buurt houden van hitte-
bronnen, scherpe kanten, olie en bewegende ap-
paraatonderdelen.
LET OP
Schakel het apparaat alleen in als het verswater-
en het vuilwaterreservoir zijn geplaatst.
Met het apparaat mogen geen scherpe of grote
voorwerpen (bijv. scherven, kiezelstenen, delen
van speelgoed) worden opgenomen.
Geen azijnzuur, ontkalkingsmiddel, etherische olie
of gelijkaardige stoffen in het verswaterreservoir
doen. Let er ook op dat deze stoffen niet worden
opgenomen.
Gebruik het apparaat alleen op harde vloeren met
watervaste coating (bijv. gelakt parket, geëmail-
leerde tegels, linoleum).
Gebruik het apparaat niet voor de reiniging van ta-
pijten en vloerbedekking.
Rijd met het apparaat niet over het vloerrooster van
convectorverwarmingen. Het apparaat kan het uit-
tredende water niet opnemen als het over het roos-
ter rijdt.
Schakel het apparaat bij langere pauzes en na ge-
bruik met de hoofdschakelaar/apparaatschakelaar
uit en trek de netstekker van het oplaadapparaat
los.
Gebruik het apparaat niet bij temperaturen onder
0 °C.
Het apparaat tegen regen beschermen. Niet buiten
opslaan.
*
EWM 2
** EWM 2 Premium
LET OP
Let erop dat de stroomkabel ononderbroken in de gelei-
dingsrail ligt, voordat de handgreeprail wordt gemon-
teerd.
Afbeelding
De stang van de handgreep tot de aanslag in het
basisapparaat plaatsen tot ze hoorbaar vastklikt.
Handgreepstang moet vast in het apparaat steken.
Afbeelding
Plaats het apparaat in het parkeerstation zodat
deze stabiel staat.
Afbeelding
Borstelwalsen tot de aanslag op de walshouder
draaien.
Let erop dat de kleurindicaties op de binnenkant
van de wals en de walshouder op het apparaat
overeenkomen (blauw op blauw).
Controleer na de montage of de borstelwalsen ste-
vig vastzitten.
Afbeelding
Sluit de laadkabel van het oplaadapparaat op de
laadbus van het apparaat aan.
Netstekker van het oplaadapparaat in de contact-
doos steken.
Afbeelding
De led-controlelampjes geven de actuele laadtoe-
stand van de accu aan.
Tijdens het laden van een volledig lege accu knip-
peren alle 3 led-controlelampjes na elkaar van on-
der naar boven.
Beschrijving apparaat
1
AAN/UIT-schakelaar
2
Handgreep
3
Handgreep beveiliging tegen schuren tegen de
wand
4
Schoonwaterreservoir
5
Greep verswaterreservoir
6
Laadbus
7
Vuilwaterreservoir
8
Greep borstelwals
9
Borstelwalsen
10
Vloerkopafdekking
11
Vergrendeling vloerkopafdekking
12
Accu-indicatie
13
Laadapparaat met laadkabel
14
Parkeerstation
15
Opberging walsen
16
*
Reinigingsmiddel
RM 536
30 ml
17
**
Reinigingsmiddel
RM 534
30 ml
18
**
Reinigingsmiddel
RM 536
500 ml
9
** Borstelwalsen
2x
Montage
Inbedrijfstelling
Walsen monteren
Laadproces
38
NL