Brother International VX-1140 User Manual - French - Page 10

Differentes, Commandes, Bedieningstoetsen

Page 10 highlights

SINN3NSISVEI adanoo V 3NIHOVIN VS 31:111VNNO0 Pour stabiliser la machine Lorsque la machine a coudre est installee sur une surface inegale, tourner le coussin en caoutchouc sur le cote avant gauche de la plaque de base de la machine pour regler sa hauteur jusqu'a ce qu'elle soit stable. DIFFERENTES COMMANDES Selecteur de longueur de point L Ce bouton permet de regler la longueur des points. Les chiffres inscrits sur le selecteur de longueur de point representent la longueur du point en millimetres (mm). Plus le chiffre sera eleve plus le point sera long. Le reglage 0 n'entrainera pas le tissu a coudre. II serf a coudre les boutons. La zone F serf a realiser un point de bourdon (un point zigzag serre) qui peut servir a faire des boutonnières ou comme point fantaisie decoratif. La position ideale pour le point de bourdon variera en fonction du tissu et du fil utilises. Pour determiner la position exacte, it est preferable de tester d'abord les reglages de longueur de point sur une chute de tissu pour observer son entraInement. De machine stabiliseren Als de machine op een ongelijke ondergrond wordt gezet, kunt u de hoogte van de machine afstellen dooraanhetrubberblokjeaandelinker voorkant van de onderplaat te draaien. BEDIENINGSTOETSEN Steeklengteknop Met gebruik van deze draaiknop wordt de steeklengte ingesteld. De getallen die boven de steeklengteknop staan, geven de lengte van de steek weer in millimeters (mm). Hoe hoger het nummer, hoe langer de steek. Met de instelling 0 wordt het materiaalniet getransporteerd', ofwel doorgevoerd. Deze instelling wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het aanzetten van knopen. De instelling F wordt gebruikt voor de satijnsteek (een gesloten zigzagsteek), die gebruikt wordt voor knoopsgaten en decoratieve steken. De juiste positie voor de satijnsteek is afhankelijk van het gebruiktemateriaalengaren. Ukunt dejuiste instelling van de knop (m.a.w. de juiste steeklengte) bepalen door de steek uit te proberen op een proeflapje, zodat u kunt zien hoe het materiaal wordt doorgevoerd. F / 7

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58

SINN3NSISVEI
adanoo
V
3NIHOVIN
VS
31:111VNNO0
Pour
stabiliser
la
machine
Lorsque
la
machine
a
coudre
est
installee
sur
une
surface
inegale,
tourner
le
coussin
en
caoutchouc
sur
le
cote
avant
gauche
de
la
plaque
de
base
de
la
machine
pour
regler
sa
hauteur
jusqu'a
ce
qu'elle
soit
stable.
L
DIFFERENTES
COMMANDES
Selecteur
de
longueur
de
point
Ce
bouton
permet
de
regler
la
longueur
des
points.
Les
chiffres
inscrits
sur
le
selecteur
de
longueur
de
point
representent
la
longueur
du
point
en
millime-
tres
(mm).
Plus
le
chiffre
sera
eleve
plus
le
point
sera
long.
Le
reglage
0
n'entrainera
pas
le
tissu
a
coudre.
II
serf
a
coudre
les
boutons.
La
zone
F
serf
a
realiser
un
point
de
bourdon
(un
point
zigzag
serre)
qui
peut
servir
a
faire
des
bouton-
nières
ou
comme
point
fantaisie
decoratif.
La
posi-
tion
ideale
pour
le
point
de
bourdon
variera
en
fonction
du
tissu
et
du
fil
utilises.
Pour
determiner
la
position
exacte,
it
est
preferable
de
tester
d'abord
les
reglages
de
longueur
de
point
sur
une
chute
de
tissu
pour
observer
son
entraInement.
7
De
machine
stabiliseren
Als
de
machine
op
een
ongelijke
ondergrond
wordt
gezet,
kunt
u
de
hoogte
van
de
machine
afstellen
door
aan
het
rubber
blokje
aan
de
linker
voorkant
van
de
onderplaat
te
draaien.
BEDIENINGSTOETSEN
Steeklengteknop
Met
gebruik
van
deze
draaiknop
wordt
de
steek-
lengte
ingesteld.
De
getallen
die
boven
de
steeklengteknop
staan,
geven
de
lengte
van
de
steek
weer
in
millimeters
(mm).
Hoe
hoger
het
nummer,
hoe
langer
de
steek.
Met
de
instelling
0
wordt
het
materiaal
niet
getrans-
porteerd',
ofwel
doorgevoerd.
Deze
instelling
wordt
bijvoorbeeld
gebruikt
voor
het
aanzetten
van
kno-
pen.
De
instelling
F
wordt
gebruikt
voor
de
satijnsteek
(een
gesloten
zigzagsteek),
die
gebruikt
wordt
voor
knoopsgaten
en
decoratieve
steken.
De
juiste
posi-
tie
voor
de
satijnsteek
is
afhankelijk
van
het
ge-
bruikte
materiaal
en
garen.
U
kunt
de
juiste
instelling
van
de
knop
(m.a.w.
de
juiste
steeklengte)
bepalen
door
de
steek
uit
te
proberen
op
een
proeflapje,
zodat
u
kunt
zien
hoe
het
materiaal
wordt
doorge-
voerd.
/
F