Brother International 1034D User Manual - French - Page 46

Problemen, oplossingen

Page 46 highlights

Problemen en oplossingen Hat ontwerp van daze machine Is gericht op probleemloos gebruik. In de onderstaande tabel worden eohter enkele problemen genoemd die kunnon ontstaan wanneor de machine niet juist is ingesteld. I Probleem 1. Stof wordt niet getransporteard Oorzaak Persvoetdruk te laag t Naald is krom of de punt is bat (Minaslog Draai de stelschroef rechtsom om de persvoetdruk te verhogen. --Vervangen met oen nieuwe naald. 2. Naalclen breken 3. Draden breken 2. Naalden lout aangebracht 3. U hooft te hard aan de stof ge- trokken 1. Dread is niet juist ingeregen 2. Draad zlt in de knoop Nieuwe naalden joist aanbrengen. (Zie pag, 5.) Duw of trek nlet to hard aan de stof iijdens het naaien. Dread op juiste wijzo Inriigen. (Zia pag. 14-24.) Controleer de klospen, de draadgeloiders, enz. en verwilder het In de knoop geraakte garen. 3. Draadspanning te Kong Zie pag. 27-32, Draadspanning. 4. Naalden Tout aangebracht 5. Verkeerde naald gebrulkt Naalden juist aanbrengen. (Zie pag. 5.) Gebruik de juiste naald. Schmetz 130/705H wordt aanbevolen. 1. Naald is krom of de punt Is bat Vervangan met nieuwe naald. 2. Naald Pout aangebracht 4. Overgeslagen Me ken 3. Verkeerde naald gebruild, 4. Dread Is niet juist ingeregen 5. Persvoetdruk te lacy Naald juist aanbrengen. (Zie peg. 5.) Gebruik de juiste naald. Schmetz 130/705H wordt aanbevolen. Draad juist inrijgen. (Zie pag. 14-24.) Draai de stelschroef rechlsom om dr. persvOetdruk te verhogen. 5. OngeliJke steken Draadspanning niet Juist ingestold Zie pag. 27-32, Draadspanning. 6. Stof treks. semen 1. Draadspanning is te hoog • 2. Dread is niet juist ingeregen of zit in do knoop Verminder de draadspanning voor licht of zeer dun materiaal. (Zie pag. 27-32.) Dread juist inrijgen. (Zie pag. 14-24.) 39

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68

Problemen
en
oplossingen
Hat
ontwerp
van
daze
machine
Is
gericht
op
probleemloos
gebruik.
In
de
onderstaande
tabel
worden
eohter
enkele
problemen
genoemd
die
kunnon
ontstaan
wanneor
de
machine
niet
juist
is
ingesteld.
I
Probleem
Oorzaak
(Minaslog
1.
Stof
wordt
niet
ge-
transporteard
Persvoetdruk
te
laag
t
Naald
is
krom
of
de
punt
is
bat
Draai
de
stelschroef
rechtsom
om
de
pers-
voetdruk
te
verhogen.
---
2.
Naalclen
breken
Vervangen
met
oen
nieuwe
naald.
2.
Naalden
lout
aangebracht
Nieuwe
naalden
joist
aanbrengen.
(Zie
pag,
5.)
3.
U
hooft
te
hard
aan
de
stof
ge-
trokken
Duw
of
trek
nlet
to
hard
aan
de
stof
iijdens
het
naaien.
3.
Draden
breken
1.
Dread
is
niet
juist
ingeregen
Dread
op
juiste
wijzo
Inriigen.
(Zia
pag.
14-24.)
2.
Draad
zlt
in
de
knoop
Controleer
de
klospen,
de
draadgeloiders,
enz.
en
verwilder
het
In
de
knoop
geraakte
garen.
3.
Draadspanning
te
Kong
Zie
pag.
27-32,
Draadspanning.
4.
Naalden
Tout
aangebracht
Naalden
juist
aanbrengen.
(Zie
pag.
5.)
5.
Verkeerde
naald
gebrulkt
Gebruik
de
juiste
naald.
Schmetz
130/705H
wordt
aanbevolen.
4.
Overgeslagen
Me
ken
1.
Naald
is
krom
of
de
punt
Is
bat
Vervangan
met
nieuwe
naald.
2.
Naald
Pout
aangebracht
Naald
juist
aanbrengen.
(Zie
peg.
5.)
3.
Verkeerde
naald
gebruild,
Gebruik
de
juiste
naald.
Schmetz
130/705H
wordt
aanbevolen.
4.
Dread
Is
niet
juist
ingeregen
Draad
juist
inrijgen.
(Zie
pag.
14-24.)
5.
Persvoetdruk
te
lacy
Draai
de
stelschroef
rechlsom
om
dr.
pers-
vOetdruk
te
verhogen.
5.
OngeliJke
steken
Draadspanning
niet
Juist
ingestold
Zie
pag.
27-32,
Draadspanning.
6.
Stof
treks.
semen
1.
Draadspanning
is
te
hoog
Verminder
de
draadspanning
voor
licht
of
zeer
dun
materiaal.
(Zie
pag.
27-32.)
2.
Dread
is
niet
juist
ingeregen
of
zit
in
do
knoop
Dread
juist
inrijgen.
(Zie
pag.
14-24.)
39