Bernina Bernette 12 Instruction Manual - Page 43

Oberfadenspannung, Bovendraadspanning

Page 43 highlights

DE Oberfadenspannung NL Bovendraadspanning FR Tension du fil supérieur Grundeinstellung der Fadenspannung: "4". Um die Fadenspannung zu verstärken, den Verstellknopf auf die nächst grössere Zahl drehen. Um die Fadenspannung zu lösen, den Verstellknopf auf die nächst kleinere Zahl drehen. A. Oberfadenspannung normal (A1). B. Oberfadenspannung zu schwach Wert erhöhen (C1). C. Oberfadenspannung zu stark Wert verringern (B1). Hinweis: In der Fabrik wird die Fadenspannung optimal eingestellt. Dafür werden sowohl in der Spule wie auch als Oberfaden Polyesterfäden der Stärke 100/2 eingesetzt. Beim Verwenden von anderen oder verschiedenen Nähfäden können Abweichungen in der optimalen Fadenspannung entstehen. Deshalb ist es notwendig, die Fadenspannung dem Nähgut und dem gewünschten Stichmuster anpassen zu können. Basisinstelling van de draadspanning: "4". Draai de instelknop naar het volgende, grotere getal om de draadspanning te vergroten. Draai de instelknop naar het voorafgaande, kleinere getal om de draadspanning te verminderen. A. Bovendraadspanning normaal (A1) B. Bovendraadspanning te laag - instelling verhogen (C1) C. Bovendraadspanning te hoog - instelling verlagen (B1) Attentie: In de fabriek werd de draadspanning optimaal ingesteld. Hiervoor werd zowel in de spoel als ook voor de bovendraad speciaal naaigaren (Metrosene 100/2) gebruikt. Bij het gebruik van ander of verschillende garens kunnen afwijkingen op de optimale draadspanning ontstaan. Derhalve is het noodzakelijk, de draadspanning aan het naaiwerk en de gewenste steek te kunnen aanpassen. Réglage de base de la tension du fil: "4". Tourner le disque (chiffre supérieur) pour augmenter la tension du fil. Tourner le disque (chiffre inférieur) pour réduire la tension du fil. A. Tension du fil supérieur - normal (A1). B. Tension du fil supérieur - trop faible, augmenter la valeur (C1). C. Tension du fil supérieur - trop importante, réduire la valeur (B1). Remarque: La tension a été parfaitement réglée en fabrique avec des fils Metrosene 100/2 dans la canette et pour le fil supérieur. Pour obtenir un bon résultat avec d'autres fils, il est éventuellement nécessaire de modifier les réglages de la tension du fil. Il est donc essentiel de toujours effectuer une couture d'essai pour adapte la tension du fil au tissu, motif de point et fil utilisés. 39 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124
  • 125
  • 126
  • 127
  • 128
  • 129
  • 130
  • 131
  • 132
  • 133
  • 134
  • 135
  • 136

FR
³¹
Grundeinstellung der Fadenspannung: "4".
Um die Fadenspannung zu verstärken,
den Verstellknopf auf die nächst grössere
Zahl drehen. Um die Fadenspannung zu
lösen, den Verstellknopf auf die nächst
kleinere Zahl drehen.
A. Oberfadenspannung normal (A1).
B. Oberfadenspannung zu schwach Wert
erhöhen (C1).
C. Oberfadenspannung zu stark Wert
verringern (B1).
Hinweis:
In der Fabrik wird die Fadenspannung
optimal eingestellt. Dafür werden sowohl
in der Spule wie auch als Oberfaden
Polyesterfäden der Stärke 100/2
eingesetzt. Beim Verwenden von anderen
oder verschiedenen Nähfäden können
Abweichungen in der optimalen
Fadenspannung entstehen. Deshalb
ist es notwendig, die Fadenspannung
dem Nähgut und dem gewünschten
Stichmuster anpassen zu können.
Réglage de base de la tension du fil: "4".
Tourner le disque (chiffre supérieur) pour
augmenter la tension du fil. Tourner le
disque (chiffre inférieur) pour réduire la
tension du fil.
A. Tension du fil supérieur - normal (A1).
B. Tension du fil supérieur - trop faible,
augmenter la valeur (C1).
C. Tension du fil supérieur - trop
importante, réduire la valeur (B1).
Remarque:
La tension a été parfaitement réglée en
fabrique avec des fils Metrosene 100/2
dans la canette et pour le fil supérieur.
Pour obtenir un bon résultat avec d'autres
fils, il est éventuellement nécessaire de
modifier les réglages de la tension du fil.
Il est donc essentiel de toujours effectuer
une couture d'essai pour adapte la tension
du fil au tissu, motif de point et fil utilisés.
DE
Oberfadenspannung
NL
Bovendraadspanning
Basisinstelling van de draadspanning: "4".
Draai de instelknop naar het volgende,
grotere getal om de draadspanning te
vergroten. Draai de instelknop naar het
voorafgaande, kleinere getal om de
draadspanning te verminderen.
A. Bovendraadspanning normaal (A1)
B. Bovendraadspanning te laag -
instelling verhogen (C1)
C. Bovendraadspanning te hoog -
instelling verlagen (B1)
Attentie:
In de fabriek werd de draadspanning
optimaal ingesteld. Hiervoor werd zowel
in de spoel als ook voor de bovendraad
speciaal naaigaren (Metrosene 100/2)
gebruikt. Bij het gebruik van ander of
verschillende garens kunnen afwijkingen
op de optimale draadspanning ontstaan.
Derhalve is het noodzakelijk, de
draadspanning aan het naaiwerk en de
gewenste steek te kunnen aanpassen.
Tension du fil supérieur
502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR